Neerlandés

Sinónimos detallados de bedenken en neerlandés

bedenken:

bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)

  1. bedenken
    bedenken; verzinnen; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • verzinnen verbo (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • uitdenken verbo (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
    • verdichten verbo (verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)
    • fantaseren verbo (fantaseer, fantaseert, fantaseerde, fantaseerden, gefantaseerd)
    • voorwenden verbo (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
  2. bedenken
    bedenken; plan beramen; verzinnen; beramen; zinnen
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • plan beramen verbo
    • verzinnen verbo (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • beramen verbo (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • zinnen verbo (zin, zint, zon, zonnen, gezonnen)
  3. bedenken
    beschouwen; nadenken; overdenken; overpeinzen; bedenken; bespiegelen; peinzen
    • beschouwen verbo (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
    • nadenken verbo (denk na, denkt na, dacht na, dachten na, nagedacht)
    • overdenken verbo (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • overpeinzen verbo (overpeins, overpeinst, overpeinsde, overpeinsden, overpeinsd)
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • bespiegelen verbo (bespiegel, bespiegelt, bespiegelde, bespiegelden, bespiegeld)
    • peinzen verbo (peins, peinst, peinsde, peinsden, gepeinsd)
  4. bedenken
    bedenken; te binnen schieten; te binnen vallen
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • te binnen schieten verbo (schiet te binnen, schoot te binnen, schoten te binnen, te binnen geschoten)
    • te binnen vallen verbo (val te binnen, valt te binnen, viel te binnen, vielen te binnen, te binnen gevallen)
  5. bedenken
    – in gedachten houden 1
    bedenken
    – in gedachten houden 1
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
      • bedenk wel dat je vroeg op moet1
  6. bedenken
    – toch maar niet doen 1
    bedenken
    – toch maar niet doen 1
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
      • ik wilde gaan schaatsen, maar ik heb me bedacht1
  7. bedenken
    – iets in je hoofd halen 1
    bedenken; verzinnen
    – iets in je hoofd halen 1
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
      • kun je een woord bedenken met -ing op het eind?1
    • verzinnen verbo (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
      • hij verzint altijd prachtige plannen1

Conjugaciones de bedenken:

o.t.t.
  1. bedenk
  2. bedenkt
  3. bedenkt
  4. bedenken
  5. bedenken
  6. bedenken
o.v.t.
  1. bedacht
  2. bedacht
  3. bedacht
  4. bedachten
  5. bedachten
  6. bedachten
v.t.t.
  1. heb bedacht
  2. hebt bedacht
  3. heeft bedacht
  4. hebben bedacht
  5. hebben bedacht
  6. hebben bedacht
v.v.t.
  1. had bedacht
  2. had bedacht
  3. had bedacht
  4. hadden bedacht
  5. hadden bedacht
  6. hadden bedacht
o.t.t.t.
  1. zal bedenken
  2. zult bedenken
  3. zal bedenken
  4. zullen bedenken
  5. zullen bedenken
  6. zullen bedenken
o.v.t.t.
  1. zou bedenken
  2. zou bedenken
  3. zou bedenken
  4. zouden bedenken
  5. zouden bedenken
  6. zouden bedenken
diversen
  1. bedenk!
  2. bedenkt!
  3. bedacht
  4. bedenkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos alternativos de "bedenken":


Definiciones relacionadas de "bedenken":

  1. in gedachten houden1
    • bedenk wel dat je vroeg op moet1
  2. toch maar niet doen1
    • ik wilde gaan schaatsen, maar ik heb me bedacht1
  3. iets in je hoofd halen1
    • kun je een woord bedenken met -ing op het eind?1

Sinónimos relacionados de bedenken