Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de bedrukt en neerlandés

bedrukt:


Palabras relacionadas con "bedrukt":

  • bedruktheid

bedrukt forma de bedrukken:

bedrukken verbo (bedruk, bedrukt, bedrukte, bedrukten, bedrukt)

  1. bedrukken
    bedrukken; opdrukken; overdrukken
    • bedrukken verbo (bedruk, bedrukt, bedrukte, bedrukten, bedrukt)
    • opdrukken verbo (druk op, drukt op, drukte op, drukten op, opgedrukt)
    • overdrukken verbo (overdruk, overdrukt, overdrukte, overdrukten, overdrukt)

Conjugaciones de bedrukken:

o.t.t.
  1. bedruk
  2. bedrukt
  3. bedrukt
  4. bedrukken
  5. bedrukken
  6. bedrukken
o.v.t.
  1. bedrukte
  2. bedrukte
  3. bedrukte
  4. bedrukten
  5. bedrukten
  6. bedrukten
v.t.t.
  1. heb bedrukt
  2. hebt bedrukt
  3. heeft bedrukt
  4. hebben bedrukt
  5. hebben bedrukt
  6. hebben bedrukt
v.v.t.
  1. had bedrukt
  2. had bedrukt
  3. had bedrukt
  4. hadden bedrukt
  5. hadden bedrukt
  6. hadden bedrukt
o.t.t.t.
  1. zal bedrukken
  2. zult bedrukken
  3. zal bedrukken
  4. zullen bedrukken
  5. zullen bedrukken
  6. zullen bedrukken
o.v.t.t.
  1. zou bedrukken
  2. zou bedrukken
  3. zou bedrukken
  4. zouden bedrukken
  5. zouden bedrukken
  6. zouden bedrukken
en verder
  1. ben bedrukt
  2. bent bedrukt
  3. is bedrukt
  4. zijn bedrukt
  5. zijn bedrukt
  6. zijn bedrukt
diversen
  1. bedruk!
  2. bedrukt!
  3. bedrukt
  4. bedrukkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de bedrukt