Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. beslagen:
  2. beslaan:


Neerlandés

Sinónimos detallados de beslagen en neerlandés

beslagen:

beslagen [znw.] sustantivo

  1. beslagen
    beslagen

beslagen adj.

  1. beslagen
    mat; dof; glansloos; beslagen

beslagen forma de beslaan:

beslaan

  1. beslaan

beslaan verbo (besla, beslaat, besloeg, besloegen, beslagen)

  1. beslaan
    beslaan; ruimte innemen

Conjugaciones de beslaan:

o.t.t.
  1. besla
  2. beslaat
  3. beslaat
  4. beslaan
  5. beslaan
  6. beslaan
o.v.t.
  1. besloeg
  2. besloeg
  3. besloeg
  4. besloegen
  5. besloegen
  6. besloegen
v.t.t.
  1. heb beslagen
  2. hebt beslagen
  3. heeft beslagen
  4. hebben beslagen
  5. hebben beslagen
  6. hebben beslagen
v.v.t.
  1. had beslagen
  2. had beslagen
  3. had beslagen
  4. hadden beslagen
  5. hadden beslagen
  6. hadden beslagen
o.t.t.t.
  1. zal beslaan
  2. zult beslaan
  3. zal beslaan
  4. zullen beslaan
  5. zullen beslaan
  6. zullen beslaan
o.v.t.t.
  1. zou beslaan
  2. zou beslaan
  3. zou beslaan
  4. zouden beslaan
  5. zouden beslaan
  6. zouden beslaan
diversen
  1. besla!
  2. beslaat!
  3. beslagen
  4. beslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beslaan [znw.] sustantivo

  1. beslaan
    bedekken; beslaan