Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir blaas

Sinónimos de "blaas" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. blaas:
  2. blazen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de blaas en neerlandés

blaas:

blaas [de ~] sustantivo

  1. de blaas
    de blaas
    • blaas [de ~] sustantivo

Palabras relacionadas con "blaas":


blazen:

blazen verbo (blaas, blaast, blies, bliezen, geblazen)

  1. blazen
    pijpen; blazen; fluiten
    • pijpen verbo (pijp, pijpt, pijpte, pijpten, gepijpt)
    • blazen verbo (blaas, blaast, blies, bliezen, geblazen)
    • fluiten verbo (fluit, floot, floten, gefloten)
  2. blazen
    hijgen; blazen; puffen
    • hijgen verbo (hijg, hijgt, hijgde, hijgden, gehijgd)
    • blazen verbo (blaas, blaast, blies, bliezen, geblazen)
    • puffen verbo (puf, puft, pufte, puften, gepuft)

Conjugaciones de blazen:

o.t.t.
  1. blaas
  2. blaast
  3. blaast
  4. blazen
  5. blazen
  6. blazen
o.v.t.
  1. blies
  2. blies
  3. blies
  4. bliezen
  5. bliezen
  6. bliezen
v.t.t.
  1. heb geblazen
  2. hebt geblazen
  3. heeft geblazen
  4. hebben geblazen
  5. hebben geblazen
  6. hebben geblazen
v.v.t.
  1. had geblazen
  2. had geblazen
  3. had geblazen
  4. hadden geblazen
  5. hadden geblazen
  6. hadden geblazen
o.t.t.t.
  1. zal blazen
  2. zult blazen
  3. zal blazen
  4. zullen blazen
  5. zullen blazen
  6. zullen blazen
o.v.t.t.
  1. zou blazen
  2. zou blazen
  3. zou blazen
  4. zouden blazen
  5. zouden blazen
  6. zouden blazen
diversen
  1. blaas!
  2. blaast!
  5. geblazen
  6. blazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "blazen":








Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0189 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos