Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de eigen maken en neerlandés

eigen maken:

eigen maken verbo

  1. eigen maken
    leren; verwerven; opsteken; aanleren; oppikken; eigen maken
    • leren verbo (leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
    • verwerven verbo (verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
    • opsteken verbo (steek op, steekt op, stak op, staken op, opgestoken)
    • aanleren verbo (leer aan, leert aan, leerde aan, leerden aan, aangeleerd)
    • oppikken verbo (pik op, pikt op, pikte op, pikten op, opgepikt)
    • eigen maken verbo
  2. eigen maken
    verkrijgen; verwerven; iets bemachtigen; kopen; eigen maken

Sinónimos relacionados de eigen maken