Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir kampen

Sinónimos de "kampen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. kampen:
  2. kamp:

Neerlandés

Sinónimos detallados de kampen en neerlandés

kampen:

kampen verbo (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)

  1. kampen
    vechten; strijden; kampen; strijd voeren
    • vechten verbo (vecht, vocht, vochten, gevochten)
    • strijden verbo (strijd, strijdt, streed, streden, gestreden)
    • kampen verbo (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
  2. kampen
    vechten; bakkeleien; knokken; duelleren; kampen; matten
    • vechten verbo (vecht, vocht, vochten, gevochten)
    • bakkeleien verbo (bakkelei, bakkeleit, bakkeleide, bakkeleiden, gebakkeleid)
    • knokken verbo (knok, knokt, knokte, knokten, geknokt)
    • duelleren verbo (duelleer, duelleert, duelleerde, duelleerden, geduelleerd)
    • kampen verbo (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
    • matten verbo (mat, matte, matten, gemat)

Conjugaciones de kampen:

o.t.t.
  1. kamp
  2. kampt
  3. kampt
  4. kampen
  5. kampen
  6. kampen
o.v.t.
  1. kampte
  2. kampte
  3. kampte
  4. kampten
  5. kampten
  6. kampten
v.t.t.
  1. heb gekampt
  2. hebt gekampt
  3. heeft gekampt
  4. hebben gekampt
  5. hebben gekampt
  6. hebben gekampt
v.v.t.
  1. had gekampt
  2. had gekampt
  3. had gekampt
  4. hadden gekampt
  5. hadden gekampt
  6. hadden gekampt
o.t.t.t.
  1. zal kampen
  2. zult kampen
  3. zal kampen
  4. zullen kampen
  5. zullen kampen
  6. zullen kampen
o.v.t.t.
  1. zou kampen
  2. zou kampen
  3. zou kampen
  4. zouden kampen
  5. zouden kampen
  6. zouden kampen
diversen
  1. kamp!
  2. kampt!
  5. gekampt
  6. kampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "kampen":


kampen forma de kamp:

kamp [de ~ (m)] sustantivo

  1. de kamp
    de kamp; de legering; het kampement; het legerkamp
  2. de kamp
    de kamp; het gevecht; de worsteling; de strijd
  3. de kamp
    het tweegevecht; het duel; de tweekamp; de kamp
  4. de kamp
    het vakantiekamp; de kamp

kamp [het ~] sustantivo

  1. het kamp
    – groep tenten, woonwagens of gebouwen 1
    het kamp
    – groep tenten, woonwagens of gebouwen 1
    • kamp [het ~] sustantivo
      • deze vluchtelingen zitten in een kamp1

Palabras relacionadas con "kamp":


Definiciones relacionadas de "kamp":

  1. groep tenten, woonwagens of gebouwen1
    • deze vluchtelingen zitten in een kamp1







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0468 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos