Resumen
Neerlandés
Sinónimos detallados de klep en neerlandés
klep:
-
de klep
– soort deksel dat aan één kant vast zit 1 -
de klep
– uitstekend deel van een pet 1 -
de klep
– holte achter je lippen waarmee je eet en praat 1
Palabras relacionadas con "klep":
Sinónimos alternativos de "klep":
Definiciones relacionadas de "klep":
kleppen:
-
kleppen
Conjugaciones de kleppen:
o.t.t.
- klep
- klept
- klept
- kleppen
- kleppen
- kleppen
o.v.t.
- klepte
- klepte
- klepte
- klepten
- klepten
- klepten
v.t.t.
- heb geklept
- hebt geklept
- heeft geklept
- hebben geklept
- hebben geklept
- hebben geklept
v.v.t.
- had geklept
- had geklept
- had geklept
- hadden geklept
- hadden geklept
- hadden geklept
o.t.t.t.
- zal kleppen
- zult kleppen
- zal kleppen
- zullen kleppen
- zullen kleppen
- zullen kleppen
o.v.t.t.
- zou kleppen
- zou kleppen
- zou kleppen
- zouden kleppen
- zouden kleppen
- zouden kleppen
diversen
- klep!
- klept!
- geklept
- kleppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze