Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir kleurig

Sinónimos de "kleurig" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

kleurig:
- blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig; gekleurd; bloeiend; bontgekleurd; bont

Neerlandés

Sinónimos detallados de kleurig en neerlandés

kleurig:

kleurig adj.

kleurig
blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig
- blijmoedig adj.
- vrolijk adj.
- levendig adj.
- opgetogen adj.
- zonnig adj.
- lustig adj.
- opgewekt adj.
- uitgelaten adj.
- fideel adj.
- jolig adj.
- monter adj.
- dartel adj.
- kwiek adj.
- welgemoed adj.
- wakker adj.
- fleurig adj.
- blijgeestig adj.
- blij adj.
- opgeruimd adj.
- geestig adj.
- kleurig adj.
kleurig
kleurig; gekleurd
- kleurig adj.
- gekleurd adj.
kleurig
kleurig; bloeiend; fleurig
- kleurig adj.
- bloeiend adj.
- fleurig adj.
kleurig
kleurig; bontgekleurd; bont; fleurig
- kleurig adj.
- bontgekleurd adj.
- bont adj.
- fleurig adj.

Palabras relacionadas con "kleurig":

kleurigheid, kleuriger, kleurigere, kleurigst, kleurigste, kleurige

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios