Neerlandés
Sinónimos detallados de ontdaan en neerlandés
ontdaan:
-
ontdaan
verbouwereerd; verbaasd; stomverbaasd; perplex; beduusd; ontdaan; ontzet; ontsteld; onthutst-
verbouwereerd adj.
-
verbaasd adj.
-
stomverbaasd adj.
-
perplex adj.
-
beduusd adj.
-
ontdaan adj.
-
ontzet adj.
-
ontsteld adj.
-
onthutst adj.
-
Palabras relacionadas con "ontdaan":
ontdaan forma de ontdoen:
-
ontdoen
-
ontdoen
Conjugaciones de ontdoen:
o.t.t.
- ontdoe
- ontdoet
- ontdoet
- ontdoen
- ontdoen
- ontdoen
o.v.t.
- ontdeed
- ontdeed
- ontdeed
- ontdeden
- ontdeden
- ontdeden
v.t.t.
- heb ontdaan
- hebt ontdaan
- heeft ontdaan
- hebben ontdaan
- hebben ontdaan
- hebben ontdaan
v.v.t.
- had ontdaan
- had ontdaan
- had ontdaan
- hadden ontdaan
- hadden ontdaan
- hadden ontdaan
o.t.t.t.
- zal ontdoen
- zult ontdoen
- zal ontdoen
- zullen ontdoen
- zullen ontdoen
- zullen ontdoen
o.v.t.t.
- zou ontdoen
- zou ontdoen
- zou ontdoen
- zouden ontdoen
- zouden ontdoen
- zouden ontdoen
en verder
- ben ontdaan
- bent ontdaan
- is ontdaan
- zijn ontdaan
- zijn ontdaan
- zijn ontdaan
diversen
- ontdoe!
- ontdoet!
- ontdaan
- ontdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze