Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir opschuiven

Sinónimos de "opschuiven" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. opschuiven:

Neerlandés

Sinónimos detallados de opschuiven en neerlandés

opschuiven:

opschuiven verbo (schuif op, schuift op, schoof op, schoven op, opgeschoven)

  1. opschuiven
    verplaatsen; opschuiven; verzetten; plaats maken
    • verplaatsen verbo (verplaats, verplaatst, verplaatste, verplaatsten, verplaatst)
    • opschuiven verbo (schuif op, schuift op, schoof op, schoven op, opgeschoven)
    • verzetten verbo (verzet, verzette, verzetten, verzet)
    • plaats maken verbo (maak plaats, maakt plaats, maakte plaats, maakten plaats, plaats gemaakt)
  2. opschuiven
    uitstellen; verschuiven; vertragen; opschuiven; opschorten; voor zich uitschuiven; rekken
    • uitstellen verbo (stel uit, stelt uit, stelde uit, stelden uit, uitgesteld)
    • verschuiven verbo (verschuif, verschuift, verschoof, verschoven, verschoven)
    • vertragen verbo (vertraag, vertraagt, vertraagde, vertraagden, vertraagd)
    • opschuiven verbo (schuif op, schuift op, schoof op, schoven op, opgeschoven)
    • opschorten verbo (schort op, schortte op, schortten op, opgeschort)
    • rekken verbo (rek, rekt, rekte, rekten, gerekt)
  3. opschuiven
    opschuiven; voorschuiven; duwen; vooruitschuiven
    • opschuiven verbo (schuif op, schuift op, schoof op, schoven op, opgeschoven)
    • voorschuiven verbo
    • duwen verbo (duw, duwt, duwde, duwden, geduwd)
    • vooruitschuiven verbo (schuif vooruit, schuift vooruit, schoof vooruit, schoven vooruit, vooruitgeschoven)

Conjugaciones de opschuiven:

o.t.t.
  1. schuif op
  2. schuift op
  3. schuift op
  4. schuiven op
  5. schuiven op
  6. schuiven op
o.v.t.
  1. schoof op
  2. schoof op
  3. schoof op
  4. schoven op
  5. schoven op
  6. schoven op
v.t.t.
  1. heb opgeschoven
  2. hebt opgeschoven
  3. heeft opgeschoven
  4. hebben opgeschoven
  5. hebben opgeschoven
  6. hebben opgeschoven
v.v.t.
  1. had opgeschoven
  2. had opgeschoven
  3. had opgeschoven
  4. hadden opgeschoven
  5. hadden opgeschoven
  6. hadden opgeschoven
o.t.t.t.
  1. zal opschuiven
  2. zult opschuiven
  3. zal opschuiven
  4. zullen opschuiven
  5. zullen opschuiven
  6. zullen opschuiven
o.v.t.t.
  1. zou opschuiven
  2. zou opschuiven
  3. zou opschuiven
  4. zouden opschuiven
  5. zouden opschuiven
  6. zouden opschuiven
en verder
  1. ben opgeschoven
  2. bent opgeschoven
  3. is opgeschoven
  4. zijn opgeschoven
  5. zijn opgeschoven
  6. zijn opgeschoven
diversen
  1. schuif op!
  2. schuift op!
  5. opgeschoven
  6. opschuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0540 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos