Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir spitsheid

Sinónimos de "spitsheid" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

spitsheid:
- scherpzinnigheid; spitsvondigheid; scherpheid; schranderheid; spitsheid; scherpte; puntigheid; puntig zijn
spits:
- spits; centrumspits; spitsuur; vleugelspeler; rechtsbuiten; buitenspeler; linksbuiten; flankspeler
- spits; scherp; puntig; toegespitst; spitsvormig; spitsig; slim; pienter; uitgekookt; bijdehand; kien

Neerlandés

Sinónimos detallados de spitsheid en neerlandés

spitsheid:

spitsheid [de ~ (v)] sustantivo

de spitsheid
de scherpzinnigheid; de spitsvondigheid; de scherpheid; de schranderheid; de spitsheid; de scherpte
- scherpzinnigheid [de ~ (v)] sustantivo
- spitsvondigheid [de ~ (v)] sustantivo
- scherpheid [de ~ (v)] sustantivo
- schranderheid [de ~ (v)] sustantivo
- spitsheid [de ~ (v)] sustantivo
- scherpte [de ~ (v)] sustantivo
de spitsheid
de scherpte; de puntigheid; de spitsheid; de scherpheid; puntig zijn
- scherpte [de ~ (v)] sustantivo
- puntigheid [de ~ (v)] sustantivo
- spitsheid [de ~ (v)] sustantivo
- scherpheid [de ~ (v)] sustantivo
- puntig zijn [znw.] sustantivo

Palabras relacionadas con "spitsheid":

spits

spits:

spits [de ~ (m)] sustantivo

de spits
de spits; de centrumspits
- spits [de ~ (m)] sustantivo
- centrumspits [de ~] sustantivo
de spits
het spitsuur; de spits
- spitsuur [het ~] sustantivo
- spits [de ~ (m)] sustantivo
de spits
de vleugelspeler; de spits; de rechtsbuiten; de buitenspeler; de linksbuiten; de flankspeler
- vleugelspeler [de ~ (m)] sustantivo
- spits [de ~ (m)] sustantivo
- rechtsbuiten [de ~ (m)] sustantivo
- buitenspeler [de ~ (m)] sustantivo
- linksbuiten [de ~ (m)] sustantivo
- flankspeler [de ~ (m)] sustantivo

spits adj.

spits
spits; scherp; puntig
- spits adj.
- scherp adj.
- puntig adj.
spits
spits; puntig; toegespitst; spitsvormig; spitsig
- spits adj.
- puntig adj.
- toegespitst adj.
- spitsvormig adj.
- spitsig adj.
spits
slim; pienter; uitgekookt; spits; bijdehand; kien
- slim adj.
- pienter adj.
- uitgekookt adj.
- spits adj.
- bijdehand adj.
- kien adj.

Palabras relacionadas con "spits":

spitsheid, spitsen, spitzen, spitse, spit

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios