Neerlandés

Sinónimos detallados de stromen en neerlandés

stromen:

stromen verbo (stroom, stroomt, stroomde, stroomden, gestroomd)

  1. stromen
    lopen; vloeien; stromen
    • lopen verbo (loop, loopt, liep, liepen, gelopen)
    • vloeien verbo (vloei, vloeit, vloeide, vloeiden, gevloeid)
    • stromen verbo (stroom, stroomt, stroomde, stroomden, gestroomd)
  2. stromen
    – in grote hoeveelheden voortbewegen 1
    stromen
    – in grote hoeveelheden voortbewegen 1
    • stromen verbo (stroom, stroomt, stroomde, stroomden, gestroomd)
      • het water stroomde door de rivier1

Conjugaciones de stromen:

o.t.t.
  1. stroom
  2. stroomt
  3. stroomt
  4. stromen
  5. stromen
  6. stromen
o.v.t.
  1. stroomde
  2. stroomde
  3. stroomde
  4. stroomden
  5. stroomden
  6. stroomden
v.t.t.
  1. heb gestroomd
  2. hebt gestroomd
  3. heeft gestroomd
  4. hebben gestroomd
  5. hebben gestroomd
  6. hebben gestroomd
v.v.t.
  1. had gestroomd
  2. had gestroomd
  3. had gestroomd
  4. hadden gestroomd
  5. hadden gestroomd
  6. hadden gestroomd
o.t.t.t.
  1. zal stromen
  2. zult stromen
  3. zal stromen
  4. zullen stromen
  5. zullen stromen
  6. zullen stromen
o.v.t.t.
  1. zou stromen
  2. zou stromen
  3. zou stromen
  4. zouden stromen
  5. zouden stromen
  6. zouden stromen
en verder
  1. ben gestroomd
  2. bent gestroomd
  3. is gestroomd
  4. zijn gestroomd
  5. zijn gestroomd
  6. zijn gestroomd
diversen
  1. stroom!
  2. stroomt!
  3. gestroomd
  4. stromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stromen [de ~] sustantivo, plural

  1. de stromen
    de stromen
    • stromen [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "stromen":


Definiciones relacionadas de "stromen":

  1. in grote hoeveelheden voortbewegen1
    • het water stroomde door de rivier1

stroom:

stroom [de ~ (m)] sustantivo

  1. de stroom
    de stroom; de elektriciteit
  2. de stroom
    electrische stroom; de stroom; de energie
  3. de stroom
    de beek; de stroom
    • beek [de ~] sustantivo
    • stroom [de ~ (m)] sustantivo
  4. de stroom
    de rivier; de stroom
  5. de stroom
    de stroom; stroomdimensielid
  6. de stroom
    – elektrische kracht 1
    de spanning; de stroom
    – elektrische kracht 1
    • spanning [de ~ (v)] sustantivo
      • er staat spanning op dit stopcontact1
    • stroom [de ~ (m)] sustantivo
      • de wasmachine gebruikt veel stroom1
  7. de stroom
    – rivier of beek 1
    de stroom
    – rivier of beek 1
    • stroom [de ~ (m)] sustantivo
      • ze sprongen over de stroom1
  8. de stroom
    – voortbewegende hoeveelheid vloeistof 1
    de stroom
    – voortbewegende hoeveelheid vloeistof 1
    • stroom [de ~ (m)] sustantivo
      • de stroom van de rivier was erg krachtig1

Palabras relacionadas con "stroom":


Sinónimos alternativos de "stroom":


Definiciones relacionadas de "stroom":

  1. elektrische kracht1
    • de wasmachine gebruikt veel stroom1
  2. rivier of beek1
    • ze sprongen over de stroom1
  3. voortbewegende hoeveelheid vloeistof1
    • de stroom van de rivier was erg krachtig1

Sinónimos relacionados de stromen