Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de twijfelen en neerlandés

twijfelen:

twijfelen verbo (twijfel, twijfelt, twijfelde, twijfelden, getwijfeld)

  1. twijfelen
    aarzelen; twijfelen; weifelen
    • aarzelen verbo (aarzel, aarzelt, aarzelde, aarzelden, geaarzeld)
    • twijfelen verbo (twijfel, twijfelt, twijfelde, twijfelden, getwijfeld)
    • weifelen verbo (weifel, weifelt, weifelde, weifelden, geweifeld)
  2. twijfelen
    twijfelen; onzeker zijn
    • twijfelen verbo (twijfel, twijfelt, twijfelde, twijfelden, getwijfeld)
    • onzeker zijn verbo (ben onzeker, bent onzeker, is onzeker, was onzeker, waren onzeker, onzeker geweest)
  3. twijfelen
    – je bent onzeker en je wacht nog even voordat je iets doet 1
    twijfelen; aarzelen
    – je bent onzeker en je wacht nog even voordat je iets doet 1
    • twijfelen verbo (twijfel, twijfelt, twijfelde, twijfelden, getwijfeld)
      • hij twijfelt of hij weer naar school gaat1
    • aarzelen verbo (aarzel, aarzelt, aarzelde, aarzelden, geaarzeld)
      • toen hij vroeg of ik over die sloot wilde springen, aarzelde ik1
  4. twijfelen
    – het niet helemaal geloven 1
    twijfelen
    – het niet helemaal geloven 1
    • twijfelen verbo (twijfel, twijfelt, twijfelde, twijfelden, getwijfeld)
      • twijfel je soms aan mijn woorden?1

Conjugaciones de twijfelen:

o.t.t.
  1. twijfel
  2. twijfelt
  3. twijfelt
  4. twijfelen
  5. twijfelen
  6. twijfelen
o.v.t.
  1. twijfelde
  2. twijfelde
  3. twijfelde
  4. twijfelden
  5. twijfelden
  6. twijfelden
v.t.t.
  1. heb getwijfeld
  2. hebt getwijfeld
  3. heeft getwijfeld
  4. hebben getwijfeld
  5. hebben getwijfeld
  6. hebben getwijfeld
v.v.t.
  1. had getwijfeld
  2. had getwijfeld
  3. had getwijfeld
  4. hadden getwijfeld
  5. hadden getwijfeld
  6. hadden getwijfeld
o.t.t.t.
  1. zal twijfelen
  2. zult twijfelen
  3. zal twijfelen
  4. zullen twijfelen
  5. zullen twijfelen
  6. zullen twijfelen
o.v.t.t.
  1. zou twijfelen
  2. zou twijfelen
  3. zou twijfelen
  4. zouden twijfelen
  5. zouden twijfelen
  6. zouden twijfelen
en verder
  1. ben getwijfeld
  2. bent getwijfeld
  3. is getwijfeld
  4. zijn getwijfeld
  5. zijn getwijfeld
  6. zijn getwijfeld
diversen
  1. twijfel!
  2. twijfelt!
  3. getwijfeld
  4. twijfelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "twijfelen":


Sinónimos alternativos de "twijfelen":


Antónimos de "twijfelen":


Definiciones relacionadas de "twijfelen":

  1. je bent onzeker en je wacht nog even voordat je iets doet1
    • hij twijfelt of hij weer naar school gaat1
  2. het niet helemaal geloven1
    • twijfel je soms aan mijn woorden?1

twijfel:

twijfel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de twijfel
    de twijfel; de tweestrijd; de besluiteloosheid; de weifeling
  2. de twijfel
    de twijfeling; de twijfel

Palabras relacionadas con "twijfel":