Neerlandés
Sinónimos detallados de uitblinken boven en neerlandés
uitblinken boven:
uitblinken boven verbo (blink uit boven, blinkt uit boven, blonk uit boven, blonken uit boven, uitgeblonken boven)
-
uitblinken boven
onderscheiden; overtreffen; excelleren; uitblinken; uitblinken boven; uitsteken; schitteren; uitmunten-
excelleren verbo
-
uitblinken boven verbo (blink uit boven, blinkt uit boven, blonk uit boven, blonken uit boven, uitgeblonken boven)
Conjugaciones de uitblinken boven:
o.t.t.
- blink uit boven
- blinkt uit boven
- blinkt uit boven
- blinken uit boven
- blinken uit boven
- blinken uit boven
o.v.t.
- blonk uit boven
- blonk uit boven
- blonk uit boven
- blonken uit boven
- blonken uit boven
- blonken uit boven
v.t.t.
- heb uitgeblonken boven
- hebt uitgeblonken boven
- heeft uitgeblonken boven
- hebben uitgeblonken boven
- hebben uitgeblonken boven
- hebben uitgeblonken boven
v.v.t.
- had uitgeblonken boven
- had uitgeblonken boven
- had uitgeblonken boven
- hadden uitgeblonken boven
- hadden uitgeblonken boven
- hadden uitgeblonken boven
o.t.t.t.
- zal uitblinken boven
- zult uitblinken boven
- zal uitblinken boven
- zullen uitblinken boven
- zullen uitblinken boven
- zullen uitblinken boven
o.v.t.t.
- zou uitblinken boven
- zou uitblinken boven
- zou uitblinken boven
- zouden uitblinken boven
- zouden uitblinken boven
- zouden uitblinken boven
en verder
- ben uitgeblonken boven
- bent uitgeblonken boven
- is uitgeblonken boven
- zijn uitgeblonken boven
- zijn uitgeblonken boven
- zijn uitgeblonken boven
diversen
- blink uit boven!
- blinkt uit boven!
- uitgeblonken boven
- uitblinkend boven
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze