Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verdoemen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verdoemen en neerlandés

verdoemen:

verdoemen verbo (verdoem, verdoemt, verdoemde, verdoemden, verdoemd)

  1. verdoemen
    vervloeken; verdoemen; verwensen
    • vervloeken verbo (vervloek, vervloekt, vervloekte, vervloekten, vervloekt)
    • verdoemen verbo (verdoem, verdoemt, verdoemde, verdoemden, verdoemd)
    • verwensen verbo (verwens, verwenst, verwenste, verwensten, verwenst)
  2. verdoemen
    verdoemen; veroordelen tot de hel

Conjugaciones de verdoemen:

o.t.t.
  1. verdoem
  2. verdoemt
  3. verdoemt
  4. verdoemen
  5. verdoemen
  6. verdoemen
o.v.t.
  1. verdoemde
  2. verdoemde
  3. verdoemde
  4. verdoemden
  5. verdoemden
  6. verdoemden
v.t.t.
  1. heb verdoemd
  2. hebt verdoemd
  3. heeft verdoemd
  4. hebben verdoemd
  5. hebben verdoemd
  6. hebben verdoemd
v.v.t.
  1. had verdoemd
  2. had verdoemd
  3. had verdoemd
  4. hadden verdoemd
  5. hadden verdoemd
  6. hadden verdoemd
o.t.t.t.
  1. zal verdoemen
  2. zult verdoemen
  3. zal verdoemen
  4. zullen verdoemen
  5. zullen verdoemen
  6. zullen verdoemen
o.v.t.t.
  1. zou verdoemen
  2. zou verdoemen
  3. zou verdoemen
  4. zouden verdoemen
  5. zouden verdoemen
  6. zouden verdoemen
diversen
  1. verdoem!
  2. verdoemt!
  3. verdoemd
  4. verdoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze