Neerlandés

Sinónimos detallados de verheffen en neerlandés

verheffen:

verheffen verbo (verhef, verheft, verhief, verhieven, verheven)

  1. verheffen
    opstaan; verheffen; gaan staan; omhoogkomen
    • opstaan verbo (sta op, staat op, stond op, stonden op, opgestaan)
    • verheffen verbo (verhef, verheft, verhief, verhieven, verheven)
    • gaan staan verbo
    • omhoogkomen verbo (kom omhoog, komt omhoog, kwam omhoog, kwamen omhoog, omhooggekomen)

Conjugaciones de verheffen:

o.t.t.
  1. verhef
  2. verheft
  3. verheft
  4. verheffen
  5. verheffen
  6. verheffen
o.v.t.
  1. verhief
  2. verhief
  3. verhief
  4. verhieven
  5. verhieven
  6. verhieven
v.t.t.
  1. heb verheven
  2. hebt verheven
  3. heeft verheven
  4. hebben verheven
  5. hebben verheven
  6. hebben verheven
v.v.t.
  1. had verheven
  2. had verheven
  3. had verheven
  4. hadden verheven
  5. hadden verheven
  6. hadden verheven
o.t.t.t.
  1. zal verheffen
  2. zult verheffen
  3. zal verheffen
  4. zullen verheffen
  5. zullen verheffen
  6. zullen verheffen
o.v.t.t.
  1. zou verheffen
  2. zou verheffen
  3. zou verheffen
  4. zouden verheffen
  5. zouden verheffen
  6. zouden verheffen
diversen
  1. verhef!
  2. verheft!
  3. verheven
  4. verheffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verheffen [znw.] sustantivo

  1. verheffen
    eerbiedigen; aanbidden; de verheerlijking; de eerbied; verheffen; de verering