Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir verhuur

Sinónimos de "verhuur" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verhuur:
  2. verhuren:

Neerlandés

Sinónimos detallados de verhuur en neerlandés

verhuur:

verhuur [de ~ (m)] sustantivo

  1. de verhuur
    de verhuur

verhuur forma de verhuren:

verhuren verbo (verhuur, verhuurt, verhuurde, verhuurden, verhuurd)

  1. verhuren
    verhuren
    • verhuren verbo (verhuur, verhuurt, verhuurde, verhuurden, verhuurd)

Conjugaciones de verhuren:

o.t.t.
  1. verhuur
  2. verhuurt
  3. verhuurt
  4. verhuren
  5. verhuren
  6. verhuren
o.v.t.
  1. verhuurde
  2. verhuurde
  3. verhuurde
  4. verhuurden
  5. verhuurden
  6. verhuurden
v.t.t.
  1. heb verhuurd
  2. hebt verhuurd
  3. heeft verhuurd
  4. hebben verhuurd
  5. hebben verhuurd
  6. hebben verhuurd
v.v.t.
  1. had verhuurd
  2. had verhuurd
  3. had verhuurd
  4. hadden verhuurd
  5. hadden verhuurd
  6. hadden verhuurd
o.t.t.t.
  1. zal verhuren
  2. zult verhuren
  3. zal verhuren
  4. zullen verhuren
  5. zullen verhuren
  6. zullen verhuren
o.v.t.t.
  1. zou verhuren
  2. zou verhuren
  3. zou verhuren
  4. zouden verhuren
  5. zouden verhuren
  6. zouden verhuren
diversen
  1. verhuur!
  2. verhuurt!
  5. verhuurd
  6. verhurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0122 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos