Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. vooruitzetten:


Neerlandés

Sinónimos detallados de vooruitzetten en neerlandés

vooruitzetten:

vooruitzetten verbo (zet vooruit, zette vooruit, zetten vooruit, vooruitgezet)

  1. vooruitzetten
    beginnen met; vooropstellen; vooruitzetten; vooropzetten
    • beginnen met verbo (begin met, begint met, begon met, begonnen met, begonnen met)
    • vooropstellen verbo (stel voorop, stelt voorop, stelde voorop, stelden voorop, voorop gesteld)
    • vooruitzetten verbo (zet vooruit, zette vooruit, zetten vooruit, vooruitgezet)
    • vooropzetten verbo (zet voorop, zette voorop, zetten voorop, vooropgezet)

Conjugaciones de vooruitzetten:

o.t.t.
  1. zet vooruit
  2. zet vooruit
  3. zet vooruit
  4. zetten vooruit
  5. zetten vooruit
  6. zetten vooruit
o.v.t.
  1. zette vooruit
  2. zette vooruit
  3. zette vooruit
  4. zetten vooruit
  5. zetten vooruit
  6. zetten vooruit
v.t.t.
  1. heb vooruitgezet
  2. hebt vooruitgezet
  3. heeft vooruitgezet
  4. hebben vooruitgezet
  5. hebben vooruitgezet
  6. hebben vooruitgezet
v.v.t.
  1. had vooruitgezet
  2. had vooruitgezet
  3. had vooruitgezet
  4. hadden vooruitgezet
  5. hadden vooruitgezet
  6. hadden vooruitgezet
o.t.t.t.
  1. zal vooruitzetten
  2. zult vooruitzetten
  3. zal vooruitzetten
  4. zullen vooruitzetten
  5. zullen vooruitzetten
  6. zullen vooruitzetten
o.v.t.t.
  1. zou vooruitzetten
  2. zou vooruitzetten
  3. zou vooruitzetten
  4. zouden vooruitzetten
  5. zouden vooruitzetten
  6. zouden vooruitzetten
diversen
  1. zet vooruit!
  2. zet vooruit!
  3. vooruitgezet
  4. vooruitzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze