Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. vrouw:


Neerlandés

Sinónimos detallados de vrouw en neerlandés

vrouw:

vrouw [de ~ (v)] sustantivo

  1. de vrouw
    de vrouw; de gade
    • vrouw [de ~ (v)] sustantivo
    • gade [de ~] sustantivo

vrouw [de ~ (v)] sustantivo

  1. de vrouw
    het vrouwmens; het vrouwspersoon; de vrouw
  2. de vrouw
    het wijf; de vrouw
    • wijf [het ~] sustantivo
    • vrouw [de ~ (v)] sustantivo
  3. de vrouw
    de vrouw
    • vrouw [de ~ (v)] sustantivo
  4. de vrouw
    – persoon met wie een man getrouwd is 1
    de vrouw
    – persoon met wie een man getrouwd is 1
    • vrouw [de ~ (v)] sustantivo
      • mag ik je mijn vrouw voorstellen?1
  5. de vrouw
    – volwassen persoon van het geslacht dat kinderen baart 1
    de mevrouw; de vrouw
    – volwassen persoon van het geslacht dat kinderen baart 1
    • mevrouw [de ~ (v)] sustantivo
      • die mevrouw ken ik1
    • vrouw [de ~ (v)] sustantivo
      • in het onderwijs werken meer vrouwen dan mannen1

Palabras relacionadas con "vrouw":


Sinónimos alternativos de "vrouw":


Antónimos de "vrouw":


Definiciones relacionadas de "vrouw":

  1. persoon met wie een man getrouwd is1
    • mag ik je mijn vrouw voorstellen?1
  2. volwassen persoon van het geslacht dat kinderen baart1
    • in het onderwijs werken meer vrouwen dan mannen1

Sinónimos relacionados de vrouw