Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir zonnig

Sinónimos de "zonnig" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

zonnig:
- blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig

Neerlandés

Sinónimos detallados de zonnig en neerlandés

zonnig:

zonnig adj.

zonnig
blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig
- blijmoedig adj.
- vrolijk adj.
- levendig adj.
- opgetogen adj.
- zonnig adj.
- lustig adj.
- opgewekt adj.
- uitgelaten adj.
- fideel adj.
- jolig adj.
- monter adj.
- dartel adj.
- kwiek adj.
- welgemoed adj.
- wakker adj.
- fleurig adj.
- blijgeestig adj.
- blij adj.
- opgeruimd adj.
- geestig adj.
- kleurig adj.
zonnig

– met veel zonneschijn ¹
zonnig
– met veel zonneschijn ¹
- zonnig adj.
  - het was een zonnige dag¹

Palabras relacionadas con "zonnig":

zonniger, zonnigere, zonnigst, zonnigste, zonnige

Definiciones relacionadas de "zonnig":

met veel zonneschijn¹
- het was een zonnige dag¹

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios