Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. aanbieden:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanbieden de neerlandés a sueco

aanbieden:

aanbieden verbo (bied aan, biedt aan, bood aan, boden aan, aangeboden)

  1. aanbieden (indienen)
    erbjuda; överräcka
    • erbjuda verbo (erbjuder, erbjöd, erbjudit)
    • överräcka verbo (överräcker, överräckte, överräckt)
  2. aanbieden (offreren; presenteren)
    erbjuda; räcka fram
    • erbjuda verbo (erbjuder, erbjöd, erbjudit)
    • räcka fram verbo (räcker fram, räckte fram, räckt fram)
  3. aanbieden (aanreiken; geven)
    skicka; räcka
    • skicka verbo (skickar, skickade, skickat)
    • räcka verbo (räcker, räckte, räckt)
  4. aanbieden (presenteren; tonen; voorleggen; laten zien; offreren)
    visa; sätta fram för visning
    • visa verbo (visar, visade, visat)
    • sätta fram för visning verbo (sätter fram för visning, satte fram för visning, satt fram för visning)

Conjugaciones de aanbieden:

o.t.t.
  1. bied aan
  2. biedt aan
  3. biedt aan
  4. bieden aan
  5. bieden aan
  6. bieden aan
o.v.t.
  1. bood aan
  2. bood aan
  3. bood aan
  4. boden aan
  5. boden aan
  6. boden aan
v.t.t.
  1. heb aangeboden
  2. hebt aangeboden
  3. heeft aangeboden
  4. hebben aangeboden
  5. hebben aangeboden
  6. hebben aangeboden
v.v.t.
  1. had aangeboden
  2. had aangeboden
  3. had aangeboden
  4. hadden aangeboden
  5. hadden aangeboden
  6. hadden aangeboden
o.t.t.t.
  1. zal aanbieden
  2. zult aanbieden
  3. zal aanbieden
  4. zullen aanbieden
  5. zullen aanbieden
  6. zullen aanbieden
o.v.t.t.
  1. zou aanbieden
  2. zou aanbieden
  3. zou aanbieden
  4. zouden aanbieden
  5. zouden aanbieden
  6. zouden aanbieden
diversen
  1. bied aan!
  2. biedt aan!
  3. aangeboden
  4. aanbiedende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanbieden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
räcka aaneenschakeling; gelid; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
skicka verzending
visa demonstratie; laten zien; melodie; wijs
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
erbjuda aanbieden; indienen; offreren; presenteren bieden
räcka aanbieden; aanreiken; geven aangeven; aanreiken; genoeg zijn; geven; komen tot; reiken; toereikend zijn; voldoende zijn
räcka fram aanbieden; offreren; presenteren
skicka aanbieden; aanreiken; geven aangeven; aanleveren; aanreiken; afleveren; bezorgen; brengen; geven; leveren; opsturen; overhandigen; posten; reiken; sturen; toeleveren; toezenden; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
sätta fram för visning aanbieden; laten zien; offreren; presenteren; tonen; voorleggen
visa aanbieden; laten zien; offreren; presenteren; tonen; voorleggen betogen; demonstreren; etaleren; exposeren; laten zien; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitbreiden; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; voordedaghalen; weergeven; wijzen naar
överräcka aanbieden; indienen aangeven; aanreiken; afgeven; geven; inleveren; overgeven; overhandigen; toesteken
- presenteren

Sinónimos de "aanbieden":


Definiciones relacionadas de "aanbieden":

  1. laten weten dat hij iets kan krijgen1
    • wij willen u een baan aanbieden1

Wiktionary: aanbieden


Cross Translation:
FromToVia
aanbieden erbjuda; bjuda på anbieten — etwas zum Essen, Trinken oder Genuss vorsetzen, bereitstellen
aanbieden bjuda ut; erbjuda anbieten — etwas zum Kauf, Tausch, Übernahme oder dergleichen ausstellen, bereitstellen
aanbieden presentera présenter — Traductions à trier suivant le sens

Traducciones relacionadas de aanbieden