Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. bepalen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bepalen de neerlandés a sueco

bepalen:

bepalen verbo (bepaal, bepaalt, bepaalde, bepaalden, bepaalt)

  1. bepalen (inschatten; schatten; afwegen)
    uppskatta
    • uppskatta verbo (uppskattar, uppskattade, uppskattat)
  2. bepalen (definiëren; omschrijven)
    definiera; fastlägga; bestämma
    • definiera verbo (definierar, definierade, definierat)
    • fastlägga verbo (fastlägger, fastlade, fastlagt)
    • bestämma verbo (bestämmer, bestämde, bestämt)
  3. bepalen (determineren; vaststellen)
    bestämma
    • bestämma verbo (bestämmer, bestämde, bestämt)

Conjugaciones de bepalen:

o.t.t.
  1. bepaal
  2. bepaalt
  3. bepaalt
  4. bepalen
  5. bepalen
  6. bepalen
o.v.t.
  1. bepaalde
  2. bepaalde
  3. bepaalde
  4. bepaalden
  5. bepaalden
  6. bepaalden
v.t.t.
  1. heb bepaalt
  2. hebt bepaalt
  3. heeft bepaalt
  4. hebben bepaalt
  5. hebben bepaalt
  6. hebben bepaalt
v.v.t.
  1. had bepaalt
  2. had bepaalt
  3. had bepaalt
  4. hadden bepaalt
  5. hadden bepaalt
  6. hadden bepaalt
o.t.t.t.
  1. zal bepalen
  2. zult bepalen
  3. zal bepalen
  4. zullen bepalen
  5. zullen bepalen
  6. zullen bepalen
o.v.t.t.
  1. zou bepalen
  2. zou bepalen
  3. zou bepalen
  4. zouden bepalen
  5. zouden bepalen
  6. zouden bepalen
diversen
  1. bepaal!
  2. bepaalt!
  3. bepaalt
  4. bepalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bepalen [znw.] sustantivo

  1. bepalen (vaststellen)
  2. bepalen (voorschrijven; beschikken; verordenen)
    ordnat

Translation Matrix for bepalen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fastställande bepalen; vaststellen afhandelen; compromis; vergelijk
ordnat bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven ordenen; schikken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bestämma bepalen; definiëren; determineren; omschrijven; vaststellen afbakenen; afkondigen; afpalen; afzetten; begrenzen; beslissen; besluiten; bestemmen; decreteren; omlijnen; plaats toekennen; plaatsen; uitstippelen; uitvaardigen; uitzetten
definiera bepalen; definiëren; omschrijven afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; nader omschrijven; omlijnen; preciseren; typeren
fastlägga bepalen; definiëren; omschrijven
uppskatta afwegen; bepalen; inschatten; schatten appreciëren; begroten; beramen; berekenen; op prijs stellen; ramen; schatten; taxeren; waarderen
- beperken; beslissen; besluiten; uitmaken; vaststellen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ordnat bewerkstelligd; geordend; georganiseerd; gerangschikt; geregeld; opgeruimd; ordelijk; ordelijk gemaakt

Sinónimos de "bepalen":


Definiciones relacionadas de "bepalen":

  1. er niet iets anders bij halen1
    • bepaal je tot de hoofdzaken!1
  2. zeggen hoe het is of wat er gebeurt1
    • Ahmed bepaalt wie vandaag kookt1

Wiktionary: bepalen


Cross Translation:
FromToVia
bepalen bestämma; avgöra determine — to ascertain definitely
bepalen befästa; fästa; binda; snöra attacherfixer une chose à une autre, en sorte qu’elle y tenir.
bepalen befästa; fästa fixerattacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.

Traducciones relacionadas de bepalen