Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. blijken:
  2. blijk:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de blijken de neerlandés a sueco

blijken:

blijken verbo (blijk, blijkt, bleek, bleken, gebleken)

  1. blijken (bewaarheid worden; uitkomen)
    vara uppfyllad; vara fullgjord

Conjugaciones de blijken:

o.t.t.
  1. blijk
  2. blijkt
  3. blijkt
  4. blijken
  5. blijken
  6. blijken
o.v.t.
  1. bleek
  2. bleek
  3. bleek
  4. bleken
  5. bleken
  6. bleken
v.t.t.
  1. ben gebleken
  2. bent gebleken
  3. is gebleken
  4. zijn gebleken
  5. zijn gebleken
  6. zijn gebleken
v.v.t.
  1. was gebleken
  2. was gebleken
  3. was gebleken
  4. waren gebleken
  5. waren gebleken
  6. waren gebleken
o.t.t.t.
  1. zal blijken
  2. zult blijken
  3. zal blijken
  4. zullen blijken
  5. zullen blijken
  6. zullen blijken
o.v.t.t.
  1. zou blijken
  2. zou blijken
  3. zou blijken
  4. zouden blijken
  5. zouden blijken
  6. zouden blijken
diversen
  1. blijk!
  2. blijkt!
  3. gebleken
  4. blijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blijken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
vara fullgjord bewaarheid worden; blijken; uitkomen
vara uppfyllad bewaarheid worden; blijken; uitkomen

Palabras relacionadas con "blijken":


Antónimos de "blijken":


Definiciones relacionadas de "blijken":

  1. wat je kunt merken, wat duidelijk is1
    • de jongen bleek goed in wiskunde te zijn1

blijk:

blijk [het ~] sustantivo

  1. het blijk (bewijs; teken)
    bevis
    • bevis [-ett] sustantivo

Translation Matrix for blijk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bevis bewijs; blijk; teken beweringsgrond; bewijs; bewijsmateriaal; bewijsmiddel; bewijsstuk

Palabras relacionadas con "blijk":


Wiktionary: blijk


Cross Translation:
FromToVia
blijk tecken; bevis; gärd; prov; attest témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

Traducciones relacionadas de blijken