Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. hijsen:
  2. hijs:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hijsen de neerlandés a sueco

hijsen:

hijsen verbo (hijs, hijst, hees, hesen, gehesen)

  1. hijsen (omhoog heffen; opheffen; heffen)
    lyfta; häva upp; lyfta upp
    • lyfta verbo (lyftar, lyftade, lyftat)
    • häva upp verbo (häver upp, hävde upp, hävt upp)
    • lyfta upp verbo (lyftar upp, lyftade upp, lyftat upp)
  2. hijsen (ophijsen)
    dra upp
    • dra upp verbo (drar upp, drog upp, dragit upp)

Conjugaciones de hijsen:

o.t.t.
  1. hijs
  2. hijst
  3. hijst
  4. hijsen
  5. hijsen
  6. hijsen
o.v.t.
  1. hees
  2. hees
  3. hees
  4. hesen
  5. hesen
  6. hesen
v.t.t.
  1. heb gehesen
  2. hebt gehesen
  3. heeft gehesen
  4. hebben gehesen
  5. hebben gehesen
  6. hebben gehesen
v.v.t.
  1. had gehesen
  2. had gehesen
  3. had gehesen
  4. hadden gehesen
  5. hadden gehesen
  6. hadden gehesen
o.t.t.t.
  1. zal hijsen
  2. zult hijsen
  3. zal hijsen
  4. zullen hijsen
  5. zullen hijsen
  6. zullen hijsen
o.v.t.t.
  1. zou hijsen
  2. zou hijsen
  3. zou hijsen
  4. zouden hijsen
  5. zouden hijsen
  6. zouden hijsen
en verder
  1. is gehesen
  2. zijn gehesen
diversen
  1. hijs!
  2. hijst!
  3. gehesen
  4. hijsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hijsen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dra upp op komen zetten
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dra upp hijsen; ophijsen hoger draaien; lichten; met een takel ophijsen; naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven trekken; naar boven voeren; omhoog rukken; omhoog trekken; omhoogdraaien; omhooghalen; omhoogrennen; omhoogrukken; omhoogsnellen; omhoogtrekken; opdraaien; openbreken; openleggen; takelen
häva upp heffen; hijsen; omhoog heffen; opheffen
lyfta heffen; hijsen; omhoog heffen; opheffen hieuwen; hieven; met een spil omhoogwerken
lyfta upp heffen; hijsen; omhoog heffen; opheffen heffen; lichten; met een takel ophijsen; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; omhoogrukken; omhoogtillen; opheffen; optillen; samenvouwen; takelen; tillen

Palabras relacionadas con "hijsen":


Wiktionary: hijsen


Cross Translation:
FromToVia
hijsen hissa hissen — (transitiv) eine Flagge oder ein Segel am Mast nach oben ziehen

hijs:

hijs [de ~ (m)] sustantivo

  1. de hijs

Translation Matrix for hijs:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
mycket jobb hijs

Palabras relacionadas con "hijs":