Neerlandés

Traducciones detalladas de overdonderend de neerlandés a sueco

overdonderend:


overdonderen:

overdonderen verbo (overdonder, overdondert, overdonderde, overdonderden, overdonderd)

  1. overdonderen (overbluffen)
    förbluffa; förstumma
    • förbluffa verbo (förbluffar, förbluffade, förbluffat)
    • förstumma verbo (förstummar, förstummade, förstummat)
  2. overdonderen (verbluffen)
    förbluffa; förstumma; slå med häpnad
    • förbluffa verbo (förbluffar, förbluffade, förbluffat)
    • förstumma verbo (förstummar, förstummade, förstummat)
    • slå med häpnad verbo (slår med häpnad, slog med häpnad, slagit med häpnad)

Conjugaciones de overdonderen:

o.t.t.
  1. overdonder
  2. overdondert
  3. overdondert
  4. overdonderen
  5. overdonderen
  6. overdonderen
o.v.t.
  1. overdonderde
  2. overdonderde
  3. overdonderde
  4. overdonderden
  5. overdonderden
  6. overdonderden
v.t.t.
  1. heb overdonderd
  2. hebt overdonderd
  3. heeft overdonderd
  4. hebben overdonderd
  5. hebben overdonderd
  6. hebben overdonderd
v.v.t.
  1. had overdonderd
  2. had overdonderd
  3. had overdonderd
  4. hadden overdonderd
  5. hadden overdonderd
  6. hadden overdonderd
o.t.t.t.
  1. zal overdonderen
  2. zult overdonderen
  3. zal overdonderen
  4. zullen overdonderen
  5. zullen overdonderen
  6. zullen overdonderen
o.v.t.t.
  1. zou overdonderen
  2. zou overdonderen
  3. zou overdonderen
  4. zouden overdonderen
  5. zouden overdonderen
  6. zouden overdonderen
en verder
  1. ben overdonderd
  2. bent overdonderd
  3. is overdonderd
  4. zijn overdonderd
  5. zijn overdonderd
  6. zijn overdonderd
diversen
  1. overdonder!
  2. overdondert!
  3. overdonderd
  4. overdonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overdonderen [znw.] sustantivo

  1. overdonderen

Translation Matrix for overdonderen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
överväldigande overdonderen overweldiging; verovering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
förbluffa overbluffen; overdonderen; verbluffen bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
förstumma overbluffen; overdonderen; verbluffen
slå med häpnad overdonderen; verbluffen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
överväldigande imposant; overdonderend; overweldigend