Neerlandés

Traducciones detalladas de verteren de neerlandés a sueco

verteren:

verteren verbo (verteer, verteert, verteerde, verteerden, verteerd)

  1. verteren (doorstaan; verdragen; doorleven; verduren)
    fördraga; lida; tåla; uthärda
    • fördraga verbo (fördrager, fördrog, fördragit)
    • lida verbo (lider, led, lidit)
    • tåla verbo (tålar, tålade, tålat)
    • uthärda verbo (uthärdar, uthärdade, uthärdat)
  2. verteren (uitgeven voor een maaltijd)
    konsumera; spendera pengar
    • konsumera verbo (konsumerar, konsumerade, konsumerat)
    • spendera pengar verbo (spenderar pengar, spenderade pengar, spenderat pengar)
  3. verteren (vergaan; achteruitgaan; teruggaan; )
    avta; vara i avtagande; gå utför
    • avta verbo (avtar, avtog, avtagit)
    • vara i avtagande verbo (är i avtagande, var i avtagande, varit i avtagande)
    • gå utför verbo (går utför, gick utför, gått utför)
  4. verteren (wegrotten; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten)
    ruttna
    • ruttna verbo (ruttnar, ruttnade, ruttnat)
  5. verteren (verslijten; slijten; afdragen)
    nötas ut; utslitas; utnötas
    • nötas ut verbo (nötar ut, nötade ut, nötat ut)
    • utslitas verbo (utslitar, utslitade, utslitat)
    • utnötas verbo (utnötar, utnötade, utnötat)

Conjugaciones de verteren:

o.t.t.
  1. verteer
  2. verteert
  3. verteert
  4. verteren
  5. verteren
  6. verteren
o.v.t.
  1. verteerde
  2. verteerde
  3. verteerde
  4. verteerden
  5. verteerden
  6. verteerden
v.t.t.
  1. heb verteerd
  2. hebt verteerd
  3. heeft verteerd
  4. hebben verteerd
  5. hebben verteerd
  6. hebben verteerd
v.v.t.
  1. had verteerd
  2. had verteerd
  3. had verteerd
  4. hadden verteerd
  5. hadden verteerd
  6. hadden verteerd
o.t.t.t.
  1. zal verteren
  2. zult verteren
  3. zal verteren
  4. zullen verteren
  5. zullen verteren
  6. zullen verteren
o.v.t.t.
  1. zou verteren
  2. zou verteren
  3. zou verteren
  4. zouden verteren
  5. zouden verteren
  6. zouden verteren
diversen
  1. verteer!
  2. verteert!
  3. verteerd
  4. verterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avta achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken achteruitgaan; afnemen; dalen; declineren; lijntrekken; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen
fördraga doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren
gå utför achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken afnemen; inkrimpen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen
konsumera uitgeven voor een maaltijd; verteren bikken; bunkeren; consumeren; eten; gebruiken; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opvreten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verbruiken; verorberen; vreten; zitten proppen
lida doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren lijden
nötas ut afdragen; slijten; verslijten; verteren
ruttna ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; bederven; in staat van ontbinding zijn; liggen rotten; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten
spendera pengar uitgeven voor een maaltijd; verteren
tåla doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren aanleunen; doormaken; lijden; welgevallen; zich laten welgevallen
uthärda doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren doormaken; doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verstouwen; verstuwen; volhouden
utnötas afdragen; slijten; verslijten; verteren
utslitas afdragen; slijten; verslijten; verteren
vara i avtagande achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ruttna bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot

Wiktionary: verteren


Cross Translation:
FromToVia
verteren brinna burn — be consumed by fire
verteren förbruka consommerdétruire et dénaturer par l’usage certains objets, comme vin, viande, bois, et toutes sortes de provisions.
verteren förbruka consumeruser, épuiser une chose ou un être jusqu’à les réduire à rien, jusqu’à les détruire.
verteren smälta digérer — Action d’élaborer la nourriture mangée