Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. zelfvertrouwen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zelfvertrouwen de neerlandés a sueco

zelfvertrouwen:

zelfvertrouwen [het ~] sustantivo

  1. het zelfvertrouwen (zelfverzekerdheid; vastberadenheid; zekerheid; stelligheid)

Translation Matrix for zelfvertrouwen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
självförtroende stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
självtillit stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid

Wiktionary: zelfvertrouwen


Cross Translation:
FromToVia
zelfvertrouwen självkänsla self-esteem — confidence in one's own worth