Sueco
Traducciones detalladas de hankontakt de sueco a neerlandés
hankontakt: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- han: hij; degene; diegene
- kontakt: contact; aansluiting; verbinding; connectie; contactpersoon; voeling; omschakelaar
- hån: spot; belediging; schamp; beschimping; sarcasme; ironie; smaad; gespot; hoon; aanfluiting; bespotting; hoongelach; spotternij; versmading; schamperheid
- hankön: mannetje; mannetjesdier
- takt: stemval; kiesheid; gevoeligheid mbt het betamelijke
Sugerencias ortográficas de: hankontakt
- Buscando sugerencias...
Wiktionary: hankontakt
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • hankontakt | → mannelijk | ↔ male — having an external plug |
Traducciones automáticas externas:
Neerlandés
Sugerencias de hankontakt en neerlandés
Sugerencias ortográficas de: hankontakt
- Buscando sugerencias...
Traducciones automáticas externas: