Interglot - ankomst: resultados en sueco y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Sueco a neerlandés: más información...

ankomst:
- aankomst; komst; overkomst; advent; entree; binnenkomst; intrede; intocht; verschijning; verschijningsvorm; comparatie
Wiktionary:
- ankomst → verschijning, aankomst, komst, invoer, ingang, ontvangst, binnenkomen, inkomen, plaats van aankomst

Sueco

Traducciones detalladas de ankomst de sueco a neerlandés

ankomst
de aankomst; de komst
- aankomst [de ~ (v)] sustantivo
- komst [de ~ (v)] sustantivo
ankomst
de komst; de overkomst
- komst [de ~ (v)] sustantivo
- overkomst [de ~ (v)] sustantivo
ankomst (tillkomst)
de advent
- advent [de ~ (m)] sustantivo
ankomst (entré; insats; inträde)
de entree; de binnenkomst; de intrede; de intocht
- entree [de ~ (v)] sustantivo
- binnenkomst [de ~ (v)] sustantivo
- intrede [de ~] sustantivo
- intocht [de ~ (m)] sustantivo
ankomst (framträdande; uppträdande; inträde)
de verschijning; de verschijningsvorm
- verschijning [de ~ (v)] sustantivo
- verschijningsvorm [de ~ (m)] sustantivo
ankomst (framträdande; uppträdande; inträde; anblick)
comparatie
- comparatie [znw.] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
aankomst	ankomst	inträde
advent	ankomst; tillkomst
binnenkomst	ankomst; entré; insats; inträde	inträde
comparatie	anblick; ankomst; framträdande; inträde; uppträdande
entree	ankomst; entré; insats; inträde	hall; ingång; inträdesavgift; inträdeskostnad; inträdespris; vestibul
intocht	ankomst; entré; insats; inträde
intrede	ankomst; entré; insats; inträde
komst	ankomst
overkomst	ankomst
verschijning	ankomst; framträdande; inträde; uppträdande	figur; form; framträdande; gestalt; skapnad; spöke; spöklik uppenbarelse
verschijningsvorm	ankomst; framträdande; inträde; uppträdande

Cross Translation:

From	To	Via
• ankomst	→ verschijning	↔ appearance — The act of appearing or coming into sight
• ankomst	→ aankomst; komst	↔ arrival — act of arriving or something that has arrived
• ankomst	→ invoer	↔ entry — act of entering
• ankomst	→ ingang; ontvangst; binnenkomen; inkomen	↔ Eingang — Beginn eines Vorgangs oder einer Rede
• ankomst	→ aankomst	↔ arrivage — abord, arrivée des navires dans un port.
• ankomst	→ aankomst; plaats van aankomst	↔ arrivée — action d’arriver.