Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. mik:
  2. mikken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de mik de neerlandés a inglés

mik:

mik [de ~ (m)] sustantivo

  1. de mik
    the loaf
    • loaf [the ~] sustantivo

Translation Matrix for mik:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
loaf mik brood; kwalificatie; ui
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
loaf leeglopen; vrijlopen

Palabras relacionadas con "mik":


Wiktionary: mik


Cross Translation:
FromToVia
mik bread; loaf pain — Aliment

mikken:

mikken verbo (mik, mikt, mikte, mikten, gemikt)

  1. mikken (in een bep. richting plaatsen; richten)
    to aim
    • aim verbo (aims, aimed, aiming)
  2. mikken (gericht werpen)
    to aim at
    • aim at verbo (aims at, aimed at, aiming at)

Conjugaciones de mikken:

o.t.t.
  1. mik
  2. mikt
  3. mikt
  4. mikken
  5. mikken
  6. mikken
o.v.t.
  1. mikte
  2. mikte
  3. mikte
  4. mikten
  5. mikten
  6. mikten
v.t.t.
  1. heb gemikt
  2. hebt gemikt
  3. heeft gemikt
  4. hebben gemikt
  5. hebben gemikt
  6. hebben gemikt
v.v.t.
  1. had gemikt
  2. had gemikt
  3. had gemikt
  4. hadden gemikt
  5. hadden gemikt
  6. hadden gemikt
o.t.t.t.
  1. zal mikken
  2. zult mikken
  3. zal mikken
  4. zullen mikken
  5. zullen mikken
  6. zullen mikken
o.v.t.t.
  1. zou mikken
  2. zou mikken
  3. zou mikken
  4. zouden mikken
  5. zouden mikken
  6. zouden mikken
diversen
  1. mik!
  2. mikt!
  3. gemikt
  4. mikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mikken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aim doel; doelwit; intentie; mikpunt; moedwil; voornemen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aim in een bep. richting plaatsen; mikken; richten
aim at gericht werpen; mikken aansturen op; bedoelen; beogen; doel beogen; doelen; ergens iets mee willen zeggen; ijveren; mikken op; streven; streven naar; ten doel hebben; viseren

Palabras relacionadas con "mikken":


Wiktionary: mikken

mikken
verb
  1. richten op een doel
    • mikkenaim
  2. gericht werpen
mikken
verb
  1. position oneself and/or one's weapon

Cross Translation:
FromToVia
mikken aim; point; keep an eye on; spy; threaten; menace; assault; criticize; irritate braquer — Tourner de façon à placer dans une direction déterminée, pointer
mikken mean; aim for viser — Traductions à trier suivant le sens