Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. oog:
  2. ogen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de oog de neerlandés a inglés

oog:

oog [het ~] sustantivo

  1. het oog (oog van de naald)
    the eye
    – a small hole or loop (as in a needle) 1
    • eye [the ~] sustantivo
      • the thread wouldn't go through the eye1
    the eye of the needle

Translation Matrix for oog:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
eye oog; oog van de naald oog orgaan; oogje
eye of the needle oog; oog van de naald
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
eye gadeslaan

Palabras relacionadas con "oog":


Definiciones relacionadas de "oog":

  1. elk van de twee organen waarmee je kunt zien2
    • hij heeft zwart haar en bruine ogen2
  2. ronde opening in een voorwerp2
    • ik doe de draad door het oog van de naald2

Wiktionary: oog

oog
noun
  1. ability to notice what others might miss
  2. of a potato
  3. of a hurricane
  4. hole in needle
  5. organ

Cross Translation:
FromToVia
oog pip AugePunkte auf einem Spielewürfel
oog eye AugeAnatomie: Sinnesorgan zum Sehen
oog eye; eye of a needle Nadelöhr — kreisförmige oder auch ovale Öffnung am Ende einer Nähnadel
oog stitch; place; point; dot; period; part; spot; locus; full stop; mark point — couture|fr action de piquer dans un tissu avec une aiguille enfiler ou résultat de cette action, piqûre.
oog eye; glyph œil — Organe permettant de voir

oog forma de ogen:

ogen verbo (oog, oogt, oogde, oogden, geoogd)

  1. ogen (er uitzien)
    to look; to appear; to look like
    • look verbo (looks, looked, looking)
    • appear verbo (appears, appeared, appearing)
    • look like verbo (looks like, looked like, looking like)

Conjugaciones de ogen:

o.t.t.
  1. oog
  2. oogt
  3. oogt
  4. ogen
  5. ogen
  6. ogen
o.v.t.
  1. oogde
  2. oogde
  3. oogde
  4. oogden
  5. oogden
  6. oogden
v.t.t.
  1. heb geoogd
  2. hebt geoogd
  3. heeft geoogd
  4. hebben geoogd
  5. hebben geoogd
  6. hebben geoogd
v.v.t.
  1. had geoogd
  2. had geoogd
  3. had geoogd
  4. hadden geoogd
  5. hadden geoogd
  6. hadden geoogd
o.t.t.t.
  1. zal ogen
  2. zult ogen
  3. zal ogen
  4. zullen ogen
  5. zullen ogen
  6. zullen ogen
o.v.t.t.
  1. zou ogen
  2. zou ogen
  3. zou ogen
  4. zouden ogen
  5. zouden ogen
  6. zouden ogen
diversen
  1. oog!
  2. oogt!
  3. geoogd
  4. ogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ogen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
look aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; blikken; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; kijkje; oogopslagen; type; uitdrukking; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
appear er uitzien; ogen eruit zien; lijken; opdoemen; schijnen; tevoorschijn komen; toeschijnen; verrijzen
look er uitzien; ogen blikken; blikken werpen; eruit zien; kijken; lijken; schijnen; schouwen; toeschijnen; toeschouwen
look like er uitzien; ogen de schijn van iets hebben; eruit zien; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken; lijken op; schijnen; toeschijnen

Palabras relacionadas con "ogen":


Wiktionary: ogen

ogen
verb
  1. de aanblik hebben van

Traducciones relacionadas de oog