Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. troosting:


Neerlandés

Traducciones detalladas de troosting de neerlandés a inglés

troosting:

troosting [znw.] sustantivo

  1. troosting (troost; vertroosting)
    the consolation; the solace; the comfort

Translation Matrix for troosting:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
comfort troost; troosting; vertroosting behaaglijkheid; bemoediging; comfort; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; opmontering; soelaas; vertroosting
consolation troost; troosting; vertroosting bemoediging; opmontering; stimulering; vertroosting
solace troost; troosting; vertroosting soelaas; solaas
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
comfort bemoedigen; blij maken; ondersteunen; opbeuren; opfleuren; opmonteren; troosten; verkwikken; vertroosten; vrolijker worden
solace bemoedigen; opbeuren