Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. uitslaan:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitslaan de neerlandés a inglés

uitslaan:

uitslaan verbo (sla uit, slaat uit, sloeg uit, sloegen uit, uitgeslagen)

  1. uitslaan (openvouwen; ontvouwen; uitspreiden; )
    to unfold; to spread out; to fold out; to fold open
    • unfold verbo (unfolds, unfolded, unfolding)
    • spread out verbo (spreads out, spread out, spreading out)
    • fold out verbo (folds out, folded out, folding out)
    • fold open verbo (folds open, folded open, folding open)
  2. uitslaan (bal buiten de lijnen slaan)
    to hit out; hit the ball out

Conjugaciones de uitslaan:

o.t.t.
  1. sla uit
  2. slaat uit
  3. slaat uit
  4. slaan uit
  5. slaan uit
  6. slaan uit
o.v.t.
  1. sloeg uit
  2. sloeg uit
  3. sloeg uit
  4. sloegen uit
  5. sloegen uit
  6. sloegen uit
v.t.t.
  1. ben uitgeslagen
  2. bent uitgeslagen
  3. is uitgeslagen
  4. zijn uitgeslagen
  5. zijn uitgeslagen
  6. zijn uitgeslagen
v.v.t.
  1. was uitgeslagen
  2. was uitgeslagen
  3. was uitgeslagen
  4. waren uitgeslagen
  5. waren uitgeslagen
  6. waren uitgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal uitslaan
  2. zult uitslaan
  3. zal uitslaan
  4. zullen uitslaan
  5. zullen uitslaan
  6. zullen uitslaan
o.v.t.t.
  1. zou uitslaan
  2. zou uitslaan
  3. zou uitslaan
  4. zouden uitslaan
  5. zouden uitslaan
  6. zouden uitslaan
diversen
  1. sla uit!
  2. slaat uit!
  3. uitgeslagen
  4. uitslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitslaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fold open ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen
fold out ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen uitsmeren
hit out bal buiten de lijnen slaan; uitslaan
hit the ball out bal buiten de lijnen slaan; uitslaan
spread out ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen uitsmeren
unfold ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen afrollen; ontplooien; ontrollen; ontwikkelen; openklappen; tot ontwikkeling brengen; uiteenvouwen; uitrollen; uitsmeren

Wiktionary: uitslaan

uitslaan
verb
  1. To accidentally hit (one's golf ball) beyond the green

Traducciones relacionadas de uitslaan