Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. krabbel:
  2. krabbelen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de krabbel de neerlandés a español

krabbel:

krabbel [de ~] sustantivo

  1. de krabbel (aantekening; briefje; kattebelletje; )
    la anotación; el apunte
  2. de krabbel (kladbriefje; kladje; kattebelletje; schrijfsel; krabbelbriefje)
    el pintarrajo; la anotación; la raspadura; la nota
  3. de krabbel (slecht handschrift; hanenpoten; gekrabbel; gekladder; prulgeschrift)
    el garabatos; la raspadura

Translation Matrix for krabbel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
anotación aantekening; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; schrijfsel aantekening; annoteren; noot; notitie; opschrijving; ruchtbaarheid
apunte aantekening; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; schrijfsel aanslijpen; aantekening; annoteren; noot; notitie; opschrijving; optekening
garabatos gekladder; gekrabbel; hanenpoten; krabbel; prulgeschrift; slecht handschrift gekrabbel; hanenpoot; hanenpoten; onbeholpen slecht schrift
nota kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; schrijfsel aantekening; beoordelingscijfer; cijfer; factuur; nota; notitie; punt; rangnummer; rekening; zakelijke notitie
pintarrajo kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; schrijfsel geklodder
raspadura gekladder; gekrabbel; hanenpoten; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; prulgeschrift; schrijfsel; slecht handschrift gekrab; gekrabbel; krabbelen; krabsel; met de nagels krabbelen

Palabras relacionadas con "krabbel":


Wiktionary: krabbel


Cross Translation:
FromToVia
krabbel croquis; boceto esquisse — arts|fr peinture|fr (architecture) premier trait d’un dessin ; ébauche, essai en petit d’un ouvrage de peinture, de sculpture ou d’architecture.

krabbelen:

krabbelen verbo (krabbel, krabbelt, krabbelde, krabbelden, gekrabbeld)

  1. krabbelen

Conjugaciones de krabbelen:

o.t.t.
  1. krabbel
  2. krabbelt
  3. krabbelt
  4. krabbelen
  5. krabbelen
  6. krabbelen
o.v.t.
  1. krabbelde
  2. krabbelde
  3. krabbelde
  4. krabbelden
  5. krabbelden
  6. krabbelden
v.t.t.
  1. heb gekrabbeld
  2. hebt gekrabbeld
  3. heeft gekrabbeld
  4. hebben gekrabbeld
  5. hebben gekrabbeld
  6. hebben gekrabbeld
v.v.t.
  1. had gekrabbeld
  2. had gekrabbeld
  3. had gekrabbeld
  4. hadden gekrabbeld
  5. hadden gekrabbeld
  6. hadden gekrabbeld
o.t.t.t.
  1. zal krabbelen
  2. zult krabbelen
  3. zal krabbelen
  4. zullen krabbelen
  5. zullen krabbelen
  6. zullen krabbelen
o.v.t.t.
  1. zou krabbelen
  2. zou krabbelen
  3. zou krabbelen
  4. zouden krabbelen
  5. zouden krabbelen
  6. zouden krabbelen
en verder
  1. ben gekrabbeld
  2. bent gekrabbeld
  3. is gekrabbeld
  4. zijn gekrabbeld
  5. zijn gekrabbeld
  6. zijn gekrabbeld
diversen
  1. krabbel!
  2. krabbelt!
  3. gekrabbeld
  4. krabbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

krabbelen [znw.] sustantivo

  1. krabbelen (met de nagels krabbelen; gekrabbel)
    el rasguñar; la raspadura

Translation Matrix for krabbelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
rasguñar gekrabbel; krabbelen; met de nagels krabbelen
raspadura gekrabbel; krabbelen; met de nagels krabbelen gekladder; gekrab; gekrabbel; hanenpoten; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; krabsel; prulgeschrift; schrijfsel; slecht handschrift
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
garabatear krabbelen kalken; kladden; sausen; witten
rasguñar openkrabben

Palabras relacionadas con "krabbelen":