Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. kwinkeleren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kwinkeleren de neerlandés a español

kwinkeleren:

kwinkeleren verbo (kwinkeleer, kwinkeleert, kwinkeleerde, kwinkeleerden, gekwinkeleerd)

  1. kwinkeleren (tjilpen; kwetteren)
    cantar; piar; trinar; gorjear; garlar

Conjugaciones de kwinkeleren:

o.t.t.
  1. kwinkeleer
  2. kwinkeleert
  3. kwinkeleert
  4. kwinkeleren
  5. kwinkeleren
  6. kwinkeleren
o.v.t.
  1. kwinkeleerde
  2. kwinkeleerde
  3. kwinkeleerde
  4. kwinkeleerden
  5. kwinkeleerden
  6. kwinkeleerden
v.t.t.
  1. heb gekwinkeleerd
  2. hebt gekwinkeleerd
  3. heeft gekwinkeleerd
  4. hebben gekwinkeleerd
  5. hebben gekwinkeleerd
  6. hebben gekwinkeleerd
v.v.t.
  1. had gekwinkeleerd
  2. had gekwinkeleerd
  3. had gekwinkeleerd
  4. hadden gekwinkeleerd
  5. hadden gekwinkeleerd
  6. hadden gekwinkeleerd
o.t.t.t.
  1. zal kwinkeleren
  2. zult kwinkeleren
  3. zal kwinkeleren
  4. zullen kwinkeleren
  5. zullen kwinkeleren
  6. zullen kwinkeleren
o.v.t.t.
  1. zou kwinkeleren
  2. zou kwinkeleren
  3. zou kwinkeleren
  4. zouden kwinkeleren
  5. zouden kwinkeleren
  6. zouden kwinkeleren
diversen
  1. kwinkeleer!
  2. kwinkeleert!
  3. gekwinkeleerd
  4. kwinkelerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwinkeleren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cantar deuntje; wijsje; zang
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cantar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen bemerken; doorslaan; kraaien; kwelen; opmerken; verklappen; verraden; zingen
garlar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen
gorjear kwetteren; kwinkeleren; tjilpen kraaien; kwelen
piar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen emmeren; knorren; ronken; snorren; zagen
trinar kwetteren; kwinkeleren; tjilpen kwelen; scanderen; zingen