Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. overweldigen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overweldigen de neerlandés a español

overweldigen:

overweldigen verbo (overweldig, overweldigt, overweldigde, overweldigden, overweldigd)

  1. overweldigen (overmeesteren; zich meester maken van; overmannen)

Conjugaciones de overweldigen:

o.t.t.
  1. overweldig
  2. overweldigt
  3. overweldigt
  4. overweldigen
  5. overweldigen
  6. overweldigen
o.v.t.
  1. overweldigde
  2. overweldigde
  3. overweldigde
  4. overweldigden
  5. overweldigden
  6. overweldigden
v.t.t.
  1. heb overweldigd
  2. hebt overweldigd
  3. heeft overweldigd
  4. hebben overweldigd
  5. hebben overweldigd
  6. hebben overweldigd
v.v.t.
  1. had overweldigd
  2. had overweldigd
  3. had overweldigd
  4. hadden overweldigd
  5. hadden overweldigd
  6. hadden overweldigd
o.t.t.t.
  1. zal overweldigen
  2. zult overweldigen
  3. zal overweldigen
  4. zullen overweldigen
  5. zullen overweldigen
  6. zullen overweldigen
o.v.t.t.
  1. zou overweldigen
  2. zou overweldigen
  3. zou overweldigen
  4. zouden overweldigen
  5. zouden overweldigen
  6. zouden overweldigen
en verder
  1. ben overweldigd
  2. bent overweldigd
  3. is overweldigd
  4. zijn overweldigd
  5. zijn overweldigd
  6. zijn overweldigd
diversen
  1. overweldig!
  2. overweldigt!
  3. overweldigd
  4. overweldigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overweldigen [znw.] sustantivo

  1. overweldigen (overstelpen)
    el colmar

Translation Matrix for overweldigen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
colmar overstelpen; overweldigen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
abrumar overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van bestormen; overbluffen; overdonderen; overstelpen
apabullar overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van overbluffen; overdonderen
colmar bijvullen; plomberen; volschenken; vullen

Wiktionary: overweldigen


Cross Translation:
FromToVia
overweldigen agobiar daunt — to overwhelm
overweldigen obligar force — compel (someone to do something)