Neerlandés

Traducciones detalladas de taaltje de neerlandés a español

taaltje:

taaltje [het ~] sustantivo

  1. het taaltje (streektaal; dialect; tongval)
    el dialecto
  2. het taaltje (tongval; accent; dialect)
    la argot; la algarabía; el lenguaje; la jerga; el acento

Translation Matrix for taaltje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
acento accent; dialect; taaltje; tongval accent; accentteken; benadrukking; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
algarabía accent; dialect; taaltje; tongval
argot accent; dialect; taaltje; tongval schuttingtaal; straattaal
dialecto dialect; streektaal; taaltje; tongval
jerga accent; dialect; taaltje; tongval
lenguaje accent; dialect; taaltje; tongval computertaal; inleiding; introductie; proloog; spraak; taal; taalgebruik; voorbericht; voorwoord

Palabras relacionadas con "taaltje":


taal:

taal [de ~] sustantivo

  1. de taal
    la lengua; el idioma; el lenguaje; el modo de hablar; la palabra; el habla

taal [de ~] sustantivo

  1. de taal
    el lenguaje

Translation Matrix for taal:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
habla taal inleiding; introductie; lezing; praat; proloog; rede; redevoering; speech; spraakvermogen; spreekbeurt; toespraak; voorbericht; voordracht; voorwoord
idioma taal inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
lengua taal inleiding; introductie; proloog; spraak; voorbericht; voorwoord
lenguaje taal accent; computertaal; dialect; inleiding; introductie; proloog; spraak; taalgebruik; taaltje; tongval; voorbericht; voorwoord
modo de hablar taal fijnbespraaktheid; inleiding; introductie; lezing; proloog; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; spreektrant; toespraak; voorbericht; voordracht; voorwoord; welbespraaktheid; welsprekendheid
palabra taal goudklomp; inleiding; introductie; meningsuiting; proloog; uitlating; voorbericht; voorwoord; woord

Palabras relacionadas con "taal":


Definiciones relacionadas de "taal":

  1. systeem van klanken, letters, woorden waarmee je iets duidelijk maakt1
    • welke taal spreekt u?1
  2. systeem van tekens om iets duidelijk te maken1
    • de computertaal maakt alleen gebruik van nullen en enen1

Wiktionary: taal


Cross Translation:
FromToVia
taal contumelia; ofensa; injuria contumely — offensive and abusive language or behaviour
taal idioma; lengua language — system of communication using words or symbols
taal lenguaje language — computer language (see also computer language)
taal lenguaje language — nonverbal communication
taal lenguaje language — vocabulary of a particular field
taal lenguaje language — particular words used
taal lengua; idioma Sprache — ein System von Einheiten und Regeln, das den Mitgliedern einer Sprachgemeinschaft als Mittel der Verständigung dient (= langue, Einzelsprache)
taal lenguaje; habla Sprache — eine Varietät von [2], fachlich, regional, sozial, … bedingt
taal lenguaje langageemploi que l’homme faire des sons et des articulations de la voix pour exprimer ses pensées et ses sentiments.
taal lengua; idioma; lenguaje langue — Système d’expression.