Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. ledigen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ledigen de neerlandés a sueco

ledigen:

ledigen verbo (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)

  1. ledigen (leegdrinken; leegmaken; opdrinken; uitdrinken)
    dricka; dricka upp
    • dricka verbo (dricker, drack, druckit)
    • dricka upp verbo (dricker upp, drack upp, druckit upp)
  2. ledigen (leeggieten; uitgieten; leegmaken)
    tömma; hälla ut
    • tömma verbo (tömmer, tömmde, tömmt)
    • hälla ut verbo (häller ut, hällde ut, hällt ut)
  3. ledigen (leeghalen; uithalen; leegmaken)
    tömma; rensa ut
    • tömma verbo (tömmer, tömmde, tömmt)
    • rensa ut verbo (rensar ut, rensade ut, rensat ut)
  4. ledigen (legen; leegmaken; leeghalen)
    tömma
    • tömma verbo (tömmer, tömmde, tömmt)

Conjugaciones de ledigen:

o.t.t.
  1. ledig
  2. ledigt
  3. ledigt
  4. ledigen
  5. ledigen
  6. ledigen
o.v.t.
  1. ledigde
  2. ledigde
  3. ledigde
  4. ledigden
  5. ledigden
  6. ledigden
v.t.t.
  1. heb geledigd
  2. hebt geledigd
  3. heeft geledigd
  4. hebben geledigd
  5. hebben geledigd
  6. hebben geledigd
v.v.t.
  1. had geledigd
  2. had geledigd
  3. had geledigd
  4. hadden geledigd
  5. hadden geledigd
  6. hadden geledigd
o.t.t.t.
  1. zal ledigen
  2. zult ledigen
  3. zal ledigen
  4. zullen ledigen
  5. zullen ledigen
  6. zullen ledigen
o.v.t.t.
  1. zou ledigen
  2. zou ledigen
  3. zou ledigen
  4. zouden ledigen
  5. zouden ledigen
  6. zouden ledigen
en verder
  1. is geledigd
  2. zijn geledigd
diversen
  1. ledig!
  2. ledigt!
  3. geledigd
  4. ledigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ledigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dricka ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; uitdrinken alcohol gebruiken; borrel pakken; borrelen; drinken; een borrel drinken; neut nemen; zich laven; zich verkwikken; zijn dorst stillen
dricka upp ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; uitdrinken
hälla ut ledigen; leeggieten; leegmaken; uitgieten uitschenken
rensa ut ledigen; leeghalen; leegmaken; uithalen uitplunderen; uitschudden
tömma ledigen; leeggieten; leeghalen; leegmaken; legen; uitgieten; uithalen afscheiden; afvoeren; leeghalen; leegpompen; leegstorten; lozen; plunderen; uitknijpen; uitnemen; uitpersen; uitplunderen; uitpompen; uitscheiden; uitschudden; uitstoten; uitwerpen; uitzuigen