Resumen
Inglés a neerlandés:   más información...
  1. that:
  2. Wiktionary:


Inglés

Traducciones detalladas de that de inglés a neerlandés

that:

that adj.

  1. that
    die
  2. that
    dat
  3. that (which; what)
    hetwelk; welk; welke
  4. that (this; these; those)
    dat; die; dit; deze

Translation Matrix for that:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
degene he; the one that; the person who
diegene he; the one that; the person who
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
degene that; the one
die that; the one
diegene that; the one
opdat in order that; so that; that
zodat in order that; so that; that
- in this respect
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
dat that; these; this; those
degene the one
deze that; these; this; those these
die that; these; this; those
dit that; these; this; those these
hetwelk that; what; which
welk that; what; which that which; what; which
welke that; what; which that which; what; which

Wiktionary: that

that
en-con
  1. connecting noun clause
en-det
  1. what is being indicated
en-pron
  1. which
adverb
  1. degree
    • thatzo
  2. so, so much, very
    • thatzo
that
conjunction
  1. een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt
pronoun
  1. wijst iets aan dat zich in een afstand van de spreker bevindt
  2. wijst iets aan dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de spreker bevindt
  3. in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt

Cross Translation:
FromToVia
that wat; hetgeen wasRelativpronomen
that dat que — Complémenteur
that dan que — Signifie un critère de comparaison.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de that