Inglés

Traducciones detalladas de thwarting de inglés a neerlandés

thwarting:

thwarting [the ~] sustantivo

  1. the thwarting (hindrance; impediment; obstruction; )
    de bemoeilijking; de hinder

Translation Matrix for thwarting:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bemoeilijking block; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; stonewalling; thwarting; trouble
hinder block; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; stonewalling; thwarting; trouble bother; difficulty; hindrance; impediment; inconvenience; load; nuisance; obstacle; trouble; weight
- foiling; frustration
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- frustrating; frustrative

Palabras relacionadas con "thwarting":


Sinónimos de "thwarting":


Definiciones relacionadas de "thwarting":

  1. preventing realization or attainment of a desire1
  2. an act of hindering someone's plans or efforts1

thwart:

to thwart verbo (thwarts, thwarted, thwarting)

  1. to thwart (make more difficult; hinder; make harder; make heavier)
    bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken
    • bemoeilijken verbo (bemoeilijk, bemoeilijkt, bemoeilijkte, bemoeilijkten, bemoeilijkt)
    • moeilijker maken verbo (maak moeilijker, maakt moeilijker, maakte moeilijker, maakten moeilijker, moeilijker gemaakt)
  2. to thwart (hinder; oppose; sabotage; )
    tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen
    • tegenwerken verbo (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • dwarsbomen verbo (dwarsboom, dwarsboomt, dwarsboomde, dwarsboomden, gedwarsboomd)
    • dwarsliggen verbo (lig dwars, ligt dwars, lag dwars, lagen dwars, dwarsgelegen)
  3. to thwart (counteract; withstand; resist; oppose)
    tegenwerken; tegengaan; tegenstreven; weerstreven
    • tegenwerken verbo (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • tegengaan verbo (ga tegen, gaat tegen, ging tegen, gingen tegen, tegengegaan)
    • tegenstreven verbo (streef tegen, streeft tegen, streefte tegen, streeften tegen, tegengestreefd)
    • weerstreven verbo (weerstreef, weerstreeft, weerstreefde, weerstreefden, weerstreefd)
  4. to thwart (make impossible; hinder; hamper; block)
    storen; hinderen; onmogelijk maken
  5. to thwart
    verijdelen; verhinderen
    • verijdelen verbo (verijdel, verijdelt, verijdelde, verijdelden, verijdeld)
    • verhinderen verbo (verhinder, verhindert, verhinderde, verhinderden, verhinderd)

Conjugaciones de thwart:

present
  1. thwart
  2. thwart
  3. thwarts
  4. thwart
  5. thwart
  6. thwart
simple past
  1. thwarted
  2. thwarted
  3. thwarted
  4. thwarted
  5. thwarted
  6. thwarted
present perfect
  1. have thwarted
  2. have thwarted
  3. has thwarted
  4. have thwarted
  5. have thwarted
  6. have thwarted
past continuous
  1. was thwarting
  2. were thwarting
  3. was thwarting
  4. were thwarting
  5. were thwarting
  6. were thwarting
future
  1. shall thwart
  2. will thwart
  3. will thwart
  4. shall thwart
  5. will thwart
  6. will thwart
continuous present
  1. am thwarting
  2. are thwarting
  3. is thwarting
  4. are thwarting
  5. are thwarting
  6. are thwarting
subjunctive
  1. be thwarted
  2. be thwarted
  3. be thwarted
  4. be thwarted
  5. be thwarted
  6. be thwarted
diverse
  1. thwart!
  2. let's thwart!
  3. thwarted
  4. thwarting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

thwart [the ~] sustantivo

  1. the thwart (rowing-bench)
    roeibank

Translation Matrix for thwart:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
roeibank rowing-bench; thwart
tegengaan damming
- cross thwart
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bemoeilijken hinder; make harder; make heavier; make more difficult; thwart
dwarsbomen cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset
dwarsliggen cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset
hinderen block; hamper; hinder; make impossible; thwart hamper; hinder; impede; make it difficult; make it hard
moeilijker maken hinder; make harder; make heavier; make more difficult; thwart
onmogelijk maken block; hamper; hinder; make impossible; thwart hamper; hinder; impede; make impossible
storen block; hamper; hinder; make impossible; thwart annoy; bother; disturb; hamper; hinder; impede; interrupt
tegengaan counteract; oppose; resist; thwart; withstand
tegenstreven counteract; oppose; resist; thwart; withstand
tegenwerken counteract; cross; hinder; oppose; prevent; resist; sabotage; stem; stop; thwart; upset; withstand hinder; make it difficult; make it hard
verhinderen thwart hamper; hinder; impede; keep from; make impossible; obstruct; prevent
verijdelen thwart abolish; annul; cancel; cause failure; counteract; frustrate; hamper; hinder; nullify; obstruct; sabotage; undo
weerstreven counteract; oppose; resist; thwart; withstand
zwaarder maken hinder; make harder; make heavier; make more difficult; thwart load; make heavier; weight
- baffle; bilk; cross; foil; frustrate; queer; scotch; spoil

Palabras relacionadas con "thwart":


Sinónimos de "thwart":


Definiciones relacionadas de "thwart":

  1. a crosspiece spreading the gunnels of a boat; used as a seat in a rowboat1
  2. hinder or prevent (the efforts, plans, or desires) of1

Wiktionary: thwart

thwart
verb
  1. to prevent; to halt; to cause failure
thwart
verb
  1. een aanval neutraliseren
  2. tegenwerken, moeilijkheden geven

Cross Translation:
FromToVia
thwart verijdelen; omvergooide vereiteln — (transitiv): zum Scheitern bringen