Español

Traducciones detalladas de reunir de español a neerlandés

reunir:

reunir verbo

  1. reunir (juntar; coleccionar)
    verzamelen; verenigen
    • verzamelen verbo (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)
  2. reunir
  3. reunir (acopiar; quedar; ahorrar; )
    sparen; op bankrekening zetten
  4. reunir (unir)
    bundelen
    • bundelen verbo (bundel, bundelt, bundelde, bundelden, gebundeld)
  5. reunir (juntar)
    samenbrengen; concentreren; bijeenbrengen; bij elkaar brengen
    • samenbrengen verbo (breng samen, brengt samen, bracht damen, brachten samen, samengebracht)
    • concentreren verbo (concentreer, concentreert, concentreerde, concentreerden, geconcentreerd)
    • bijeenbrengen verbo (breng bijeen, brengt bijeen, bracht bijeen, brachten bijeen, bijeengebracht)
    • bij elkaar brengen verbo (breng bij elkaar, brengt bij elkaar, bracht bij elkaar, brachten bij elkaar, bij elkaar gebracht)
  6. reunir (juntar)
    bijeen zetten
    • bijeen zetten verbo (zet bijeen, zette bijeen, zetten bijeen, bijeen gezet)
  7. reunir (acopiar; ahorrar; recoger; juntar; acumular)
    verzamelen; vergaren; sparen; opeenhopen; oppotten; bijeenzamelen
    • verzamelen verbo (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • vergaren verbo (vergaar, vergaart, vergaarde, vergaarden, vergaard)
    • sparen verbo (spaar, spaart, spaarde, spaarden, gespaard)
    • opeenhopen verbo (hoop opeen, hoopt opeen, hoopte opeen, hoopten opeen, opeengehoopt)
    • oppotten verbo (pot op, potte op, potten op, opgepot)
  8. reunir (juntar nuevamente)
    herenigen; weer bijeenbrengen
  9. reunir (acumular; recoger)
    bijeenschrapen; bijeen harken
  10. reunir (recoger; acumular; archivar)
    samenrapen; samenpakken; bijeen scharrelen
    • samenrapen verbo (raap samen, raapt samen, raapte samen, raapten samen, samengeraapt)
    • samenpakken verbo (pak samen, pakt samen, pakte samen, pakten samen, samengepakt)
    • bijeen scharrelen verbo (scharrel bijeen, scharrelt bijeen, scharrelde bijeen, scharrelden bijeen, bijeen gescharreld)

Conjugaciones de reunir:

presente
  1. reúno
  2. reúnes
  3. reúne
  4. reunimos
  5. reunís
  6. reúnen
imperfecto
  1. reunía
  2. reunías
  3. reunía
  4. reuníamos
  5. reuníais
  6. reunían
indefinido
  1. reuní
  2. reuniste
  3. reunió
  4. reunimos
  5. reunisteis
  6. reunieron
fut. de ind.
  1. reuniré
  2. reunirás
  3. reunirá
  4. reuniremos
  5. reuniréis
  6. reunirán
condic.
  1. reuniría
  2. reunirías
  3. reuniría
  4. reuniríamos
  5. reuniríais
  6. reunirían
pres. de subj.
  1. que reúna
  2. que reúnas
  3. que reúna
  4. que reunamos
  5. que reunáis
  6. que reunan
imp. de subj.
  1. que reuniera
  2. que reunieras
  3. que reuniera
  4. que reuniéramos
  5. que reunierais
  6. que reunieran
miscelánea
  1. ¡reúne!
  2. ¡reunid!
  3. ¡no reúnas!
  4. ¡no reunáis!
  5. reunido
  6. reuniendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

reunir [el ~] sustantivo

  1. el reunir (juntar)
    de verzameling; bijeenbrenging
  2. el reunir (adjuntar con; juntar)
    bijeen voegen

Translation Matrix for reunir:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bijeen voegen adjuntar con; juntar; reunir
bijeenbrenging juntar; reunir
concentreren concentración
opeenhopen acumulación; aumento
verzameling juntar; reunir acumulación; amontonamiento; colección; compilación; conjunto; grupo; montón; selección
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bij elkaar brengen juntar; reunir
bijeen harken acumular; recoger; reunir
bijeen krijgen reunir
bijeen scharrelen acumular; archivar; recoger; reunir
bijeen voegen conglomerar; empalmar; ensamblar; montar; unir
bijeen zetten juntar; reunir
bijeenbrengen juntar; reunir
bijeenschrapen acumular; recoger; reunir arañar
bijeenzamelen acopiar; acumular; ahorrar; juntar; recoger; reunir
bundelen reunir; unir agrupar; empaquetar; incluir
concentreren juntar; reunir
herenigen juntar nuevamente; reunir
op bankrekening zetten acopiar; acumular; ahorrar; coleccionar; combinar; compaginar; compilar; economizar; juntar; quedar; reunir; sobrar
opeenhopen acopiar; acumular; ahorrar; juntar; recoger; reunir acumular; acumularse; amontonar; amontonarse; apilar
oppotten acopiar; acumular; ahorrar; juntar; recoger; reunir acumular a escondidas; atesorar; entalegar; guardar; plantar en tiesto; poner aparte; separar
samenbrengen juntar; reunir
samenpakken acumular; archivar; recoger; reunir
samenrapen acumular; archivar; recoger; reunir
sparen acopiar; acumular; ahorrar; coleccionar; combinar; compaginar; compilar; economizar; juntar; quedar; recoger; reunir; sobrar perdonar; respetar
verenigen coleccionar; juntar; reunir
vergaren acopiar; acumular; ahorrar; juntar; recoger; reunir acopiar; acumular; coleccionar; compilar; recoger
verzamelen acopiar; acumular; ahorrar; coleccionar; juntar; recoger; reunir acopiar; acumular; atrapar; coger; coleccionar; compilar; desplumar; encontrarse; juntarse; rascar; recoger; reunirse
weer bijeenbrengen juntar nuevamente; reunir

Sinónimos de "reunir":


Wiktionary: reunir

reunir
verb
  1. bijeenroepen
  2. bij elkaar brengen
  3. bij elkaar verzamelen
  4. bijeenbrengen

Cross Translation:
FromToVia
reunir zich verzamelen; samenkomen assemble — to gather as a group
reunir opstapelen; verzamelen collect — to gather together
reunir herenigen reunite — to unite again
reunir bijeen roepen summon — to call people together
reunir op een stapel zetten; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen entassermettre en tas.
reunir afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen rassemblerassembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
reunir bijeenkomen; samenkomen; vergaderen; bijeenbinden; samenbinden; verbinden réunirrejoindre ce qui désunir, séparer.

Traducciones automáticas externas: