Resumen
Español a neerlandés: más información...
-
sobrecargar:
-
Wiktionary:
sobrecargar → overladen -
Sinónimos de "sobrecargar":
abigarrar; recargar; mezclar
lastrar; cargar; alastrar; aplomar; contrapesar; afianzar; estabilizar
-
Wiktionary:
Español
Traducciones detalladas de sobrecargar de español a neerlandés
sobrecargar: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- sobre: over; overheen; envelop; enveloppe; wikkel; couvert; briefomslag; omslag; kaft; boekomslag; voorbij; gepasseerd
- cargar: laden; beladen; bevrachten; opladen; inladen; op iets laden; vullen; plomberen; factureren; in rekening brengen; vracht; bevrachting; opnieuw laden; opladen elektriciteit; belasting; belasten; opdragen; sjouwen; torsen; zeulen; uploaden
- Cargar: debiteren
- sobrar: overhouden; overhebben; sparen; op bankrekening zetten
sobrecargar:
Sinónimos de "sobrecargar":
Wiktionary: sobrecargar
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • sobrecargar | → overladen | ↔ overload — to load excessively |