Francés
Traducciones detalladas de être bon de francés a neerlandés
être bon:
-
être bon (être convenable; convenir; être apte à)
conveniëren; geschikt zijn; uitkomen; passen; deugen; passend zijn-
geschikt zijn verbo (ben geschikt, bent geschikt, is geschikt, was geschikt, waren geschikt, geschikt geweest)
-
passend zijn verbo (ben passend, bent passend, is passend, was passend, waren passend, passend geweest)
Translation Matrix for être bon:
Traducciones automáticas externas: