Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. aanmunten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanmunten de neerlandés a alemán

aanmunten:

aanmunten verbo (munt aan, muntte aan, muntten aan, aangemunt)

  1. aanmunten
    münzen
    • münzen verbo (münze, münzst, münzt, münzte, münztet, gemünzt)

Conjugaciones de aanmunten:

o.t.t.
  1. munt aan
  2. munt aan
  3. munt aan
  4. munten aan
  5. munten aan
  6. munten aan
o.v.t.
  1. muntte aan
  2. muntte aan
  3. muntte aan
  4. muntten aan
  5. muntten aan
  6. muntten aan
v.t.t.
  1. heb aangemunt
  2. hebt aangemunt
  3. heeft aangemunt
  4. hebben aangemunt
  5. hebben aangemunt
  6. hebben aangemunt
v.v.t.
  1. had aangemunt
  2. had aangemunt
  3. had aangemunt
  4. hadden aangemunt
  5. hadden aangemunt
  6. hadden aangemunt
o.t.t.t.
  1. zal aanmunten
  2. zult aanmunten
  3. zal aanmunten
  4. zullen aanmunten
  5. zullen aanmunten
  6. zullen aanmunten
o.v.t.t.
  1. zou aanmunten
  2. zou aanmunten
  3. zou aanmunten
  4. zouden aanmunten
  5. zouden aanmunten
  6. zouden aanmunten
diversen
  1. munt aan!
  2. munt aan!
  3. aangemunt
  4. aanmuntende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanmunten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
münzen aanmunten munten

Wiktionary: aanmunten


Cross Translation:
FromToVia
aanmunten prägen coin — to create coins
aanmunten abstempeln estampillermarquer avec une estampille.