Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. annexeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de annexeren de neerlandés a alemán

annexeren:

annexeren verbo (annexeer, annexeert, annexeerde, annexeerden, geannexeerd)

  1. annexeren (overnemen; inlijven)
    übernehmen; annektieren
    • übernehmen verbo (übernehme, übernimmst, übernimmt, übernahm, übernahmt, übernommen)
    • annektieren verbo (annektiere, annektierst, annektiert, annektierte, annektiertet, annektiert)

Conjugaciones de annexeren:

o.t.t.
  1. annexeer
  2. annexeert
  3. annexeert
  4. annexeren
  5. annexeren
  6. annexeren
o.v.t.
  1. annexeerde
  2. annexeerde
  3. annexeerde
  4. annexeerden
  5. annexeerden
  6. annexeerden
v.t.t.
  1. heb geannexeerd
  2. hebt geannexeerd
  3. heeft geannexeerd
  4. hebben geannexeerd
  5. hebben geannexeerd
  6. hebben geannexeerd
v.v.t.
  1. had geannexeerd
  2. had geannexeerd
  3. had geannexeerd
  4. hadden geannexeerd
  5. hadden geannexeerd
  6. hadden geannexeerd
o.t.t.t.
  1. zal annexeren
  2. zult annexeren
  3. zal annexeren
  4. zullen annexeren
  5. zullen annexeren
  6. zullen annexeren
o.v.t.t.
  1. zou annexeren
  2. zou annexeren
  3. zou annexeren
  4. zouden annexeren
  5. zouden annexeren
  6. zouden annexeren
diversen
  1. annexeer!
  2. annexeert!
  3. geannexeerd
  4. annexerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for annexeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
annektieren annexeren; inlijven; overnemen
übernehmen annexeren; inlijven; overnemen aannemen; adopteren; op zich nemen

Wiktionary: annexeren

annexeren
verb
  1. het toeëigenen van een grondgebied

Cross Translation:
FromToVia
annexeren Annex; annektieren annex — To add something to another, to incorporate into