Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. besprenkelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de besprenkelen de neerlandés a alemán

besprenkelen:

besprenkelen verbo (besprenkel, besprenkelt, besprenkelde, besprenkelden, besprenkeld)

  1. besprenkelen (sprenkelen)
    besprenkeln; sprenkeln; sprengen; besprengen; einsprengen
    • besprenkeln verbo (besprenkele, besprenkelst, besprenkelt, besprenkelte, besprenkeltet, besprenkelt)
    • sprenkeln verbo (sprenkele, sprenkelst, sprenkelt, sprenkelte, sprenkeltet, gesprenkelt)
    • sprengen verbo (sprenge, sprengst, sprengt, sprengte, sprengtet, gesprengt)
    • besprengen verbo (besprenge, besprengst, besprengt, besprengte, besprengtet, besprengt)
    • einsprengen verbo (sprenge ein, sprengst ein, sprengt ein, sprengte ein, sprengtet ein, eingesprengt)

Conjugaciones de besprenkelen:

o.t.t.
  1. besprenkel
  2. besprenkelt
  3. besprenkelt
  4. besprenkelen
  5. besprenkelen
  6. besprenkelen
o.v.t.
  1. besprenkelde
  2. besprenkelde
  3. besprenkelde
  4. besprenkelden
  5. besprenkelden
  6. besprenkelden
v.t.t.
  1. heb besprenkeld
  2. hebt besprenkeld
  3. heeft besprenkeld
  4. hebben besprenkeld
  5. hebben besprenkeld
  6. hebben besprenkeld
v.v.t.
  1. had besprenkeld
  2. had besprenkeld
  3. had besprenkeld
  4. hadden besprenkeld
  5. hadden besprenkeld
  6. hadden besprenkeld
o.t.t.t.
  1. zal besprenkelen
  2. zult besprenkelen
  3. zal besprenkelen
  4. zullen besprenkelen
  5. zullen besprenkelen
  6. zullen besprenkelen
o.v.t.t.
  1. zou besprenkelen
  2. zou besprenkelen
  3. zou besprenkelen
  4. zouden besprenkelen
  5. zouden besprenkelen
  6. zouden besprenkelen
diversen
  1. besprenkel!
  2. besprenkelt!
  3. besprenkeld
  4. besprenkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for besprenkelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
besprengen besprenkelen; sprenkelen begieten; bespatten; bespetteren; besproeien; water geven
besprenkeln besprenkelen; sprenkelen
einsprengen besprenkelen; sprenkelen
sprengen besprenkelen; sprenkelen laten exploderen; opblazen
sprenkeln besprenkelen; sprenkelen bespikkelen; indopen; stippelen; stippen
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
sprengen laten exploderen; opblazen

Wiktionary: besprenkelen

besprenkelen
verb
  1. druppels van een vloeistof ergens over strooien