Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de bluf de neerlandés a alemán

bluf:

bluf [de ~ (m)] sustantivo

  1. de bluf
    die Protzerei; der Bluff; die Angabe; die Angeberei; die Flunkerei; die Prahlerei; die Aufschneiderei

Translation Matrix for bluf:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Angabe bluf aanduiding; aangeven; aangifte; aanwijzing; declaratie; gepraal; melding; praalzucht; specificatie; verklaring
Angeberei bluf branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; gepraal; grootspraak; opschepperij; praalzucht; snoeverij
Aufschneiderei bluf branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; gepraal; grootspraak; opschepperij; praalzucht; snoeverij
Bluff bluf
Flunkerei bluf gejok; gelieg; gepraal; praalzucht
Prahlerei bluf branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; ijdelheid; ijdeltuiterij; opschepperij; snoeverij; wuftheid
Protzerei bluf

Palabras relacionadas con "bluf":


bluf forma de bluffen:

bluffen verbo (bluf, bluft, blufte, bluften, gebluft)

  1. bluffen
    bluffen; aufschneiden
    • bluffen verbo
    • aufschneiden verbo (schneide auf, schneidest auf, schneidet auf, schnitt auf, schnittet auf, aufgeschnitten)

Conjugaciones de bluffen:

o.t.t.
  1. bluf
  2. bluft
  3. bluft
  4. bluffen
  5. bluffen
  6. bluffen
o.v.t.
  1. blufte
  2. blufte
  3. blufte
  4. bluften
  5. bluften
  6. bluften
v.t.t.
  1. heb gebluft
  2. hebt gebluft
  3. heeft gebluft
  4. hebben gebluft
  5. hebben gebluft
  6. hebben gebluft
v.v.t.
  1. had gebluft
  2. had gebluft
  3. had gebluft
  4. hadden gebluft
  5. hadden gebluft
  6. hadden gebluft
o.t.t.t.
  1. zal bluffen
  2. zult bluffen
  3. zal bluffen
  4. zullen bluffen
  5. zullen bluffen
  6. zullen bluffen
o.v.t.t.
  1. zou bluffen
  2. zou bluffen
  3. zou bluffen
  4. zouden bluffen
  5. zouden bluffen
  6. zouden bluffen
diversen
  1. bluf!
  2. bluft!
  3. gebluft
  4. bluffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bluffen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aufschneiden bluffen brallen; grootspreken; opensnijden; opscheppen; opsnijden; snoeven
bluffen bluffen

Palabras relacionadas con "bluffen":


Traducciones automáticas externas: