Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. kroelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kroelen de neerlandés a alemán

kroelen:

kroelen verbo (kroel, kroelt, kroelde, kroelden, gekroeld)

  1. kroelen
    locken; kräuseln; ringeln
    • locken verbo (locke, lockst, lockt, lockte, locktet, gelockt)
    • kräuseln verbo (kräusele, kräuselst, kräuselt, kräuselte, kräuseltet, gekräuselt)
    • ringeln verbo (ringele, ringelst, ringelt, ringelte, ringeltet, geringelt)

Conjugaciones de kroelen:

o.t.t.
  1. kroel
  2. kroelt
  3. kroelt
  4. kroelen
  5. kroelen
  6. kroelen
o.v.t.
  1. kroelde
  2. kroelde
  3. kroelde
  4. kroelden
  5. kroelden
  6. kroelden
v.t.t.
  1. heb gekroeld
  2. hebt gekroeld
  3. heeft gekroeld
  4. hebben gekroeld
  5. hebben gekroeld
  6. hebben gekroeld
v.v.t.
  1. had gekroeld
  2. had gekroeld
  3. had gekroeld
  4. hadden gekroeld
  5. hadden gekroeld
  6. hadden gekroeld
o.t.t.t.
  1. zal kroelen
  2. zult kroelen
  3. zal kroelen
  4. zullen kroelen
  5. zullen kroelen
  6. zullen kroelen
o.v.t.t.
  1. zou kroelen
  2. zou kroelen
  3. zou kroelen
  4. zouden kroelen
  5. zouden kroelen
  6. zouden kroelen
diversen
  1. kroel!
  2. kroelt!
  3. gekroeld
  4. kroelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kroelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
kräuseln kroelen in de krul zetten; kroelen met iemand; kroezen; krullen; rimpelen
locken kroelen in de krul zetten; kroelen met iemand; krullen
ringeln kroelen in de krul zetten; kroelen met iemand; krullen

Traducciones relacionadas de kroelen