Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. meerijden:


Neerlandés

Traducciones detalladas de meerijden de neerlandés a alemán

meerijden:

meerijden verbo (rijd mee, rijdt mee, reed mee, reden mee, meegereden)

  1. meerijden
    mitfahren
    • mitfahren verbo (fahre mit, fährst mit, fährt mit, fuhr mit, fuhret mit, mitgefahren)

Conjugaciones de meerijden:

o.t.t.
  1. rijd mee
  2. rijdt mee
  3. rijdt mee
  4. rijden mee
  5. rijden mee
  6. rijden mee
o.v.t.
  1. reed mee
  2. reed mee
  3. reed mee
  4. reden mee
  5. reden mee
  6. reden mee
v.t.t.
  1. ben meegereden
  2. bent meegereden
  3. is meegereden
  4. zijn meegereden
  5. zijn meegereden
  6. zijn meegereden
v.v.t.
  1. was meegereden
  2. was meegereden
  3. was meegereden
  4. waren meegereden
  5. waren meegereden
  6. waren meegereden
o.t.t.t.
  1. zal meerijden
  2. zult meerijden
  3. zal meerijden
  4. zullen meerijden
  5. zullen meerijden
  6. zullen meerijden
o.v.t.t.
  1. zou meerijden
  2. zou meerijden
  3. zou meerijden
  4. zouden meerijden
  5. zouden meerijden
  6. zouden meerijden
en verder
  1. heb meegereden
  2. hebt meegereden
  3. heeft meegereden
  4. hebben meegereden
  5. hebben meegereden
  6. hebben meegereden
diversen
  1. rijd mee!
  2. rijdt mee!
  3. meegereden
  4. meerijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meerijden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
mitfahren meerijden

Traducciones relacionadas de meerijden