Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. vastzitten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vastzitten de neerlandés a alemán

vastzitten:

vastzitten verbo (zit vast, zat vast, zaten vast, vastgezeten)

  1. vastzitten (klemzitten)
    festsitzen; festliegen
    • festsitzen verbo (sitze fest, sitzt fest, saß fest, saßt fest, festgesessen)
    • festliegen verbo (liege fest, liegst fest, liegt fest, lag fest, lagt fest, festgelegen)

Conjugaciones de vastzitten:

o.t.t.
  1. zit vast
  2. zit vast
  3. zit vast
  4. zitten vast
  5. zitten vast
  6. zitten vast
o.v.t.
  1. zat vast
  2. zat vast
  3. zat vast
  4. zaten vast
  5. zaten vast
  6. zaten vast
v.t.t.
  1. heb vastgezeten
  2. hebt vastgezeten
  3. heeft vastgezeten
  4. hebben vastgezeten
  5. hebben vastgezeten
  6. hebben vastgezeten
v.v.t.
  1. had vastgezeten
  2. had vastgezeten
  3. had vastgezeten
  4. hadden vastgezeten
  5. hadden vastgezeten
  6. hadden vastgezeten
o.t.t.t.
  1. zal vastzitten
  2. zult vastzitten
  3. zal vastzitten
  4. zullen vastzitten
  5. zullen vastzitten
  6. zullen vastzitten
o.v.t.t.
  1. zou vastzitten
  2. zou vastzitten
  3. zou vastzitten
  4. zouden vastzitten
  5. zouden vastzitten
  6. zouden vastzitten
diversen
  1. zit vast!
  2. zit vast!
  3. vastgezeten
  4. vastzittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vastzitten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
festliegen klemzitten; vastzitten vastliggen
festsitzen klemzitten; vastzitten omhoogzitten